Sint Jacobiparochie – Winsum
dinsdag 8 mei
Mijn ontbijt
staat om half negen klaar en ik zorg dat ik dan ook in de ontbijtruimte ben.
Het ontbijt is heerlijk en uitgebreid. Ik scoor nog een stempel, want dat is
gisteren mislukt en om half tien stap ik op. Ik vertrek wat later omdat ik ook wat
later op mijn gastadres van vanavond terecht kan.
Door de koelere
wind is de temperatuur aangenamer dan gisteren en ik kan dan ook lekker
doorlopen. Ik ben dan ook zo in Minnertsga. Hier is een mogelijkheid om te
pinnen en gezien de inhoud van mijn portemonnee lijkt me dat een gelegenheid
die ik moet aangrijpen.
Het leuke van
het lopen van zo’n route is dat je op de meest bijzondere paden komt. Vanuit
Minnertsga mag ik dwars over een erf lopen, het land in en daar loopt dan een
prachtige landweg. Daarna volgt er asfalt tot Ried. In mijn boekje staat dat er
een horecagelegenheid is daar, maar ik kan hem niet vinden. Doorlopen dus maar.
In het plaatsje
Boer vind ik een bankje en daar maak ik gebruik van. Ook omdat ik een vervelend
plakje op mijn hiel voel. En ja hoor, een beginnende blaar. Ik prik, ontsmet,
verzorg en plak en daarna eet en drink nog wat. Op naar Franeker, want ik heb
mijzelf een uitgebreide lunch beloofd.
Het is even
puzzelen om Franeker in te komen. Ook nu weer een “eigen weg” tussen meerdere
huizen en pas bij de derde poging zit ik goed. Via het Bolwerk en een grachtje
bereik ik het centrum. Ik vergis me in links en rechts en dat betekent dan ook
dat de Martinikerk niet te vinden is, ik sta er met mijn rug naartoe. Een
stukje terug dus.
In de kerk is
het heerlijke koel, genieten. Ik vraag om een stempel, maar die kunnen de
gastvrouwen niet vinden. Ik spreek af om eerst te gaan lunchen en dan weer
terug te komen. Kunnen zij rustig zoeken en ik kan eindelijk weer iets warms
eten.
Ik vind een
schaduwplekje op een terras en bestel een heerlijke cheeseburger met friet en
sla. Tijdens het eten komt de zon om de hoek en binnen een half uur is alle
schaduw weg. Man, wat wordt het warm op “mijn” plekje.
Als ik mijn
lunch op heb, ga ik terug naar de kerk. De stempel is boven water, dus ook dit
exemplaar wordt toegevoegd aan mijn collectie. Ook nu besluit ik om even in de
kerk te blijven, het is zo koel daar, genieten gewoon. Ik steek een kaarsje aan
en dan is het tijd om verder te gaan.
Al snel ben ik
aan het dwalen, ik zie wel markeringen, maar die voor de fietsers en de
wandelaars zaten door elkaar en het was niet altijd duidelijk welke nou voor
wie was. De routebeschrijving moest mij helpen, maar een veranderde situatie
en het feit dat ik ook nu weer links en rechts door elkaar haal, maakten dat de
chaos helemaal niet meer te overzien was. En toen de Wandelkerel ook nog belde met een
vraag, was ik het helemaal kwijt.
In de
routebeschrijving stond de naam van een pad, uiteindelijk heb ik dus maar aan een
bewoner, werkzaam in zijn tuin, gevraagd war dat pas was, want mij telefoon was
ook niet eenduidig (gewijzigde situatie). Gelukkig kwam ik weer op de goed
route, maar het kostte wel moeite en tijd.
Ik ben nu
onderweg naar Tzum via een prachtig, schaduwrijk fietspad. Dat is heerlijk
lopen en ik doe dan ook mijn hoed even af. Even een beetje wind door mijn haar.
Het fietspad eindigt op een smalle asfaltweg en hier loop ik weer in de volle
zon, ik smeer me nog maar een keer in, want de zon brandt goed.
Ik ben blij als
ik de asfaltweg weer mag verlaten, want veel de automobilisten zijn niet
genegen om een beetje snelheid terug te nemen als ze langs een (eenzame)
wandelaar rijden. Via een betonpad, zonder auto’s, bereik in Tzum. Ik zou een
stempel moeten kunnen krijgen in de kerk en als ik daar het orgel hoor spelen,
heb ik goede hoop, maar helaas, de deur zit op slot. De plaatselijke bakker,
een stukje verderop, is gelukkig wel open. Daar scoor ik een stempel en ik
vraag hem of er ergens een mogelijkheid is om een colaatje te kopen. Die
mogelijkheid heeft Tzum niet, maar de bakker schenkt een glaasje uit zijn
privévoorraad voor mij in. Dat smaakt na al dat water. Na een korte pauze ga ik
verder, op naar Winsum, het eindpunt van vandaag.
Over de route
naar Winsum kan ik kort zijn, het is bijna vijf km lang de weg volgen. Ik
verbaas mij over de vele auto’s die hier rijden, maar gelukkig wordt er hier wel rekening gehouden met een (eenzame) wandelaar.
Ondanks het
feit dat ik last heb van blaren, die van vanmorgen lijkt gezelschap te hebben
gekregen, en de warmte ben ik gewoon blij dat ik hier loop. Een weids uitzicht,
groen doorspikkeld met geel en wit, verdwaalde dorpjes met kerktorens her en der, het is gewoon fantastisch.
Uiteindelijk
loop ik via een industrieterrein Winsum binnen. Op advies van mijn gastvrouw
van vandaag ga ik eerst langs de supermarkt om nog iets te eten te halen. Na de
uitgebreide lunch van vanmiddag hou ik het nu bij soep en brood, met een peer
als toetje. En als noodvoorziening een blikje cola voor morgen.
Mijn gastvrouw van vanavond is enorm gastvrij en voor ik het weet zit ik in de tuin aan een kop thee. Na een douche eet ik mijn soep en een broodje en als het wat is afgekoeld ga ik naar bed. Morgen nog één wandeldag van zo’n 20 km. Hopen dat de blaren zich gedragen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten