Naar Purper:


JE MOET ZEILEN OP DE WIND VAN VANDAAG. DE WIND VAN GISTEREN HELPT JE NIET VOORUIT, DE WIND VAN MORGEN BLIJFT MISSCHIEN WEL UIT! tekst en uitvoering: PURPER

Ik hou van motto's, hoewel ik niet iemand ben die ze zelf verzint. Liever zoek ik naar bestaande motto's die aansluiten bij mijn (manier van) leven. De tekst van Purper is al sinds jaren mijn handelsmerk, maar sinds ons bezoek aan de musical "Soldaat van Oranje" is daar een tweede motto aan toegevoegd: Morgen is Vandaag! Eigenlijk zeggen beide motto's hetzelfde. Geniet nu, leef nu, doe nu!!! En dat blijf ik proberen!!!!!

maandag 29 april 2019

Santiago de Compostela-Negreira-Santa Mariña

zondag 28 april 2019
Santiago de Compostela-Negreira

Het hostel dat we gekozen hadden voor deze nacht lag helaas aan een drukke straat, daarom konden we het raam niet open zetten, te veel lawaai. Daardoor werd het wel benauwd op de kamer. Daarnaast was er om 3 uur ‘s nachts iemand die naar binnen wilde komen, maar de deur niet open kreeg, weer lawaai dus. Toen er om 6.15 uur ook nog mensen vertrokken met veel lawaai was mijn gebroken nacht compleet. Ik had de Wandelkerel beloofd dat hij tot 7.45 uur mocht uitslapen, dus ik lag nog een poosje wakker. 

Uiteindelijk verlieten we het hostel net na 8 uur. De eerste bar sloegen we over, dat was achteraf niet zo handig, want verder troffen we niets meer open. Buiten de stad aten we dus iets uit de voorraad, banaan en mini-donuts, aangevuld met water.

De route was prachtig, door de eucalyptusbossen over rotspaadjes. Omdat we een beperkt ontbijt hadden gegeten, verheugden we ons op de eerste bar. Volgens de kaart zou er ergens een bar zijn, maar wij zagen hem niet, dus moesten we nog even door. De volgende bar, volgens de kaart, zagen we wel en die was open, dus tijd voor voer, de Wandelkerel een broodje ham en ik een tortilla. Goed gevuld konden we weer verder. 

Na deze bar ging het eerst een stuk langs de weg en daarna weer het bos in, naar de top van de berg. Het was een flinke klim en elke keer als ik dacht dat de top nu wel bereikt moest zijn, bleek het toch nog iets hoger te kunnen. De Wandelkerel was natuurlijk allang uit beeld, maar op het hoogste punt zat hij toch weer op mij te wachten. Samen gingen we verder, op naar een bar, voor mij voor een sanitaire stop, voor de Wandelkerel voor water. Na een korte stop gingen we weer verder. Toen we een bocht maakten, stonden we ineens voor een hele oude brug over een rivier. Naast de brug ruiste een waterval, echt een fantastisch plekje. We bleven hier even stil staan om te genieten. Na het oversteken van de rivier volgden we deze een poosje over een naastgelegen pad en na een klein stukje weg bereikten we Negreira.

De hele weg vanaf SdC hadden we borden gezien voor herbergen, maar geen municipal. We verblijven nu in een privéherberg, luxe, schoon en rustig. Dan maar wat meer betalen.

De supermarkt zit om de hoek, dus de lunch was snel gekocht en daarna was het wachten tot de was droog was. En dat wachten doet de Wandelkerel in bed met filmpjes en ik op de binnenplaats, mijn verslag schrijvend. Het gaat ons allebei goed af.

Op 2 paar sokken van de Wandelkerel na was de was droog toen we om een uur of 7 gingen eten. Het werd pizza, groot en lekker. Zo groot dat ik de Kerel blij kon maken met een extra kwart pizza. Na het eten scoorden we nog een ijsje bij de supermarkt, waar we ook yoghurt haalden voor het ontbijt. Scheelt morgenochtend zoeken naar een bar.

We sloten de dag af met een biertje voor de Wandelkerel en een cola voor mij. De laatste sokken zijn droog, dus we installeren ons in bed, nog even hangen en dan slapen.

maandag 29 april 2019
Negreira-Santa Mariña

Ook vandaag waren er weer zeer vroege vogels, toen ik om 6 uur naar het toilet ging, liepen er al mensen rond die op het punt van vertrekken stonden. Ik schoof nog even lekker mijn bed in en toen ik om 7.15 uur mijn ogen weer open deed, waren de Wandelkerel en ik de enige pelgrims die nog in bed lagen. Langzaam aan begonnen we aan onze dag. Na het ontbijt met yoghurt, waren we om 8 uur klaar voor vertrek. Om weer op de Camino te komen hoefden we alleen de straat maar over te steken.

En toen we dat gedaan hadden, ging het al mis, het water liep uit de rugzak van de Wandelkerel. Snel de rugzak af en de boel controleren. Wat bleek, zijn Camelbak zat niet goed dicht. Of ik heb dat niet goed gecontroleerd of de dop is bij het inpakken van de tas los geraakt, het gevolg was een natte rugzak en een natte kont voor de Kerel. Gelukkig zit alles in de tas ook in waterdichte zakken, dus zijn spullen waren nog droog. Na dit oponthoud konden we weer verder. Of eigenlijk pas beginnen........

We verlaten Negreira via een poort en na een klein stukje weg, kwamen we weer in het bod terecht, ook hier weer die heerlijke eucalyptusgeur. Bij vertrek was de jas hard nodig, maar na een half uur liepen we te puffen, dus de jas maar weer uit. Na een kilometer of 8 gingen ook de pijpen van de broek, de temperatuur liep snel op.

Er volgden vele kilometers over de weg, waar het gelukkig niet druk was. We waren blij om weer een bospad op te gaan, ook al liep hij naar beneden. Aan het eind van de afdaling wachtte een oase, een prachtig, schaduwrijk terras. Tijd voor een hapje en een drankje. We kwamen heerlijk bij, maar we verbaasden ons wel over de vele pelgrims die voorbij kwamen of ook op het terras neerstreken. Zoveel pelgrims bij elkaar hadden we nog niet eerder gezien. Wat ook opviel is dat er op dit traject veel pelgrims met een dagrugzak(je) lopen. Na ons hapje en drankje gingen we weer verder, we waren al over de helft en we wilden niet al te laat ons einddoel bereiken, zodat we op het warmst van de dag lekker konden relaxen.

Het was nog steeds druk met pelgrims, een heel andere belevenis dan op de Via de la Plata, zeker toen er voor ons in het Spaans gezongen werd, vals en uit de maat, maar het had wel wat. Uiteindelijk bereikten we Santa Mariña, het eindpunt van vandaag. We konden kiezen uit twee albergues, het werd Casa Pepa. Na een hete douche en de handwas streken we neer op het terras voor het menu del dia. Dat lieten we ons smaken. Na ons menu namen we een borrel en toen was het wachten tot de was droog zou zijn. De Wandelkerel deed dat filmpjes kijkend, ik schrijvend aan mijn verslag. (Kleine verbetering achteraf, de Wandelkerel deed dat slapend.)

‘s Avonds aten we nog een klein hapje en daarna bedtijd!! Alles zoveel mogelijk klaar gelegd voor morgen, dus voor nu: “Weltrusten”!

zaterdag 27 april 2019

Silleda-Outeiro-Santiago de Compostela

vrijdag 26 april 2019
Silleda-Outeira

Na een comfortabele nacht in een gewoon bed met echte lakens, was het uitgerust wakker worden. De Wandelkerel lag zelfs zo lekker dat hij niet uit bed wilde komen. Uiteindelijk besloot hij om toch maar op te staan, zodat hij met Iñaki en mij op pad kon gaan. In de bar naast de herberg deden we onze ochtendthee en daar kwamen even later onze Duitse vrienden ook binnen. We kwamen gezamenlijk tot de conclusie dat we niet in Ponte Ulla, maar 4,5 km verderop in Outeira zouden overnachten. De laatste nacht met zijn allen ergens in een herberg. 

Toen we vertrokken was het droog en dat was een heel prettige ervaring na drie dagen starten in de regen. Na even zoeken kwamen we op de goede route en konden we de gele pijlen weer volgen. We liepen voornamelijk over asfalt en dat vonden de voetjes wel prettig na alle rotspaden vol plassen van afgelopen dagen. In Bendeira troffen we Fran en met zijn vieren verlieten we Bendeira weer. Na verloop van tijd wilden we wel naar een bar, dus we waren blij dat we er één zagen. Helaas was de bar gesloten, ze hadden problemen met de elektriciteit, we kregen gelukkig wel een stempel. En zo liepen we door tot Ponte Ulla op 20 km, pas daar troffen we de eerste bar. Hier aten we een welverdiend broodje en dronken we wat. Iñaki kreeg hier te horen dat er bij de herberg waar we heen gingen niets was, geen bar en geen supermarkt, maar er was wel een privéherberg in een dorp verder, waar wel alle voorzieningen waren. Iñaki belde de privéherberg, naar die moest tussen de €14 en €20 per persoon kosten, teveel!!!!

In overleg met Fran besloten we om in Ponte Ulla naar de supermarkt te gaan, zodat er vanavond gekookt kan worden, ook deden we inkopen voor het ontbijt. Na het bezoek aan de supermarkt gingen we op voor de laatste 4,5 km. Deze gingen door een eucalyptusbos over een breed pad heuvel op. Allemaal waren we blij dat we er waren. En gelukkig was de douche heet en was er een wasmachine. Na alle vocht van afgelopen dagen was veel kleding muf, klam en/of vochtig. Wassen dus!!!! We deelden de wasmachine met vier personen en dat leverde een flink aantal meters was aan de waslijn op.

Fran heeft voor ons allemaal gekookt en met zijn zessen zaten we aan tafel. Fran, die zeer gelovig is, sprak voor ons allemaal een dankwoord uit en daarna genoten we van de maaltijd, waarbij werd gesproken over de belevenissen op de Camino. Na het eten volgde thee uit mijn voorraad en de vragen op de labels van de theezakjes werden vertaald, erg grappig.

Na het eten werd er wat gehangen, er hing toch een soort van spanning, morgen naar Santiago de Compostela.

Op dit moment weet ik nog niet of ik wel zin heb om zondag verder te gaan richting Muxia. Dat heeft er vooral mee te maken dat “de rest” een paar dagen in SdC blijft.

zaterdag 27 april 2019
Oteira-Santiago de Compostela

Net voor 7 uur werd ik wakker en ging ik naar het toilet. Toen ik terugkwam in de slaapzaal waren de lichten aangesprongen, maar niemand leek aanstalten te maken om op te staan. Geisha bracht het mooi onder woorden: “It looks like nobody wants to end his Camino.” En zo was het wel een beetje. Om 8.15 uur waren de Wandelkerel en ik de laatsten die de herberg verlieten, maar het verschil was slechts enkele minuten. De Portugese chica’s kwamen ook net voorbij, we gaven dus even gas, want het geklep van die 5 is verschrikkelijk.

De route was weer prachtig en het rook heerlijk, we liepen nog steeds door het eucalyptusbos. Toen we het bos verlieten werd het al snel warm, dus bij een bushokje deden we de jas uit. Het brood dat we vanmorgen wilden eten was echt vies (altijd lekker brood gehad in Spanje, maar dit....), dat hadden we niet opgegeten, dus we waren blij dat we een bar zagen, voedsel!!! Naast de thee bestelden we toast met marmelade en we kregen toch een berg toast, we konden onze weg dus met een volle maag vervolgen. Volgens de barvrouw was het nog 10,5 km tot SdC, ruim twee uur nog dus.

De etappe was niet moeilijk, dus we genoten volop, zeker toen ook het zonnetje er nog bij kwam. De eerste afstandsaanduiding die we zagen, gaf aan dat we nog 7,768 km te gaan hadden. Op een bepaald moment haalden we Iñaki weer bij en samen gingen we verder. We staken een viaduct over en aan de afrastering hingen allerlei attributen die pelgrims hier hadden achtergelaten. Vlak daarna zagen we voor het eerst de torens van de kathedraal. Daar stonden we alledrie even voor stil.

Vanaf dit punt is het nog zo’n 2 km tot het plein voor de kathedraal, dit ging voornamelijk op de gok, de pijlen ontbraken. Mijn geheugen werkte nog goed, ik kon aangeven hoe we moesten lopen, tot de weg was opengebroken wegens werkzaamheden. Gelukkig hadden we Iñaki bij ons, hij vroeg de weg, en zo kwamen we op de goede plek. 

Op het plein voor de kathedraal zat Jane op ons te wachten, een prachtige verrassing. Ook een vriend van Iñaki, Miquel, was op het plein en even later kwamen ook Reimer en Geisha aan. Na de traditionele foto doken we met zijn allen een terras op. Tegen half 3 vertrokken we daar, maar wel met de afspraak om ‘s avonds met zijn allen te gaan eten.

Het eten was supergezellig en na afloop was er een kort maar innig afscheid, de gezamenlijke Camino is voorbij. Jane vliegt morgen, businessclass met haar gebroken been, naar Australië, Iñaki, Fran, Reimer en Geisha blijven op verschillende locaties in SdC voor ze ieder weer huiswaarts gaan en de Wandelkerel en ik gaan morgen richting Muxia. En nu ben ik blij dat het nog niet voorbij is. Het wordt een nieuw hoofdstuk op de Camino!







donderdag 25 april 2019

Cea-Castro Dozón-Silleda

woensdag 24 april
Cea-Castro Dozón

Al heel vroeg was er drukte in de herberg, 5 Portugese dames (chica’s) waren aan het rommelen. Nu zijn dit ook wel typjes hoor. Strak in de make-up, haartjes strak gekapt, kleding piekfijn in orde en alles op elkaar afgestemd en hun rugzak laten ze vervoeren. In de ogen van de meeste aanwezigen zijn ze nep-pelgrims. 

Toen de Wandelkerel en ik de herberg verlieten, zaten de chica’s er nog. Na ruim 2 uur waren ze nog niet klaar voor vertrek. In de bar troffen we Iñaki, Peter, Reimer en Geisha en na thee en koffie vertrokken we met zijn zessen richting Ouseira. In verband met de vele wegen, gingen we wel over de weg, het was nog wat schemerig en de paden konden daardoor gevaarlijk zijn.

In Oseira bezochten we het klooster, waar we voor de rondleiding gingen, hier sloot ook Fran zich bij ons aan. Na de rondleiding in het klooster gingen we naar de bar er tegenover, we wilden iets warms, want we waren allemaal koud. Iñaki regelde warme chocolademelk voor ons, die helaas lauw was. Ook maakte hij met zijn telefoon op de zelfontspanner een foto van de groep. Peter vroeg de barvrouw om een foto te maken. Gelukkig was de foto van Iñaki gelukt, want op Peters telefoon stond alleen een bewogen selfie van de barvrouw. Hilariteit alom!!!

Het tweede deel van de route volgden we de officiële weg. En die was niet alleen nat en modderig, maar ook erg mooi. We konden daar alleen niet zo van genieten, omdat we goed moesten opletten waar we onze voeten neerzetten. Af en toe stond ik stil om om me heen te kijken, zonde van al die regen.

Soms liepen we stukken over een naastgelegen weiland, omdat dat beter begaanbaar was dan het pad, soms was er geen andere optie en moesten we wel over het pad, hopend dat het smalle randje dat droog leek ook echt droog was. Soms leek het bijna droog en dan ineens kletterde de regen weer neer. De Wandelkerel was doorgelopen, maar we troffen hem weer onder een afdakje, verstandige jongen. Een klein stukje verder was een bar en daar gingen we naar binnen. We aten een bocadillo tortilla con queso en daarna waren we klaar voor de volgende 3 km, op naar de herberg. Net voor de herberg stapte Peter op de bus naar Santiago, ik dacht eerst dat hij een grapje maakte, maar we liepen echt met maar 6 pelgrims naar de herberg. En daar wachtte ons een onaangename verrassing, er was een grote groep tieners (met begeleiding) daar en er waren nog maar twee bedden vrij. Iñaki was onze redding, hij sprak met de hospitalero en na twee uur wachten, hadden we onze bedden.

Reimer en Geisha in een slaapzaal, de Wandelkerel en Iñaki in een privékamer en Fran en ik ook. De begeleiders van de tieners moesten uit de privékamers en slapen nu op matjes bij de groep. Na 2 uur wachten in onze natte spullen konden we eindelijk douchen, maar helaas het warme water was op. Tot overmaat van ramp is de verwarming kapot en dus is het bibberkoud in de herberg.

Gelukkig kunnen we wel in de herberg eten, we hoeven dus niet naar buiten, waar het nog kouder is. 

Het eten was lekker en gezellig. Na het eten regelden we extra dekens om warm te kunnen slapen en kranten om in de nog natte schoenen te stoppen. Hopelijk zijn de schoenen morgen droog.

En dan is het tijd om te gaan slapen, morgen weer een nieuwe wandeldag, helaas wordt er wel weer regen voorspeld.

Donderdag 25 april 2019
Castro Dozon-Silleda

Ondanks de kou redelijk geslapen, maar wel een paar keer wakker, niet van de kou maar omdat Fran snurkte.... Om een uur of 5 werd de jeugd wakker gemaakt en de laatste groep vertrok net na half 7. Toen er zelf ook maar uitgegaan en even later ook bij de heren op de deur geklopt. Ook zij waren wakker en we besloten om maar gewoon op te starten. Iñaki scoorde koffie uit de automaat en de Wandelkerel en ik een chocoladecroissant, we waren alledrie niet enthousiast, maar het vulde.

We vertrokken met zijn drieën en na enige verwarring over de goede richting zaten we op de goede route. Het eerste stuk ging over de weg, dat was makkelijk op gang komen. We werden getrakteerd op een werkelijk prachtige regenboog. Zeer fel van kleur, met een tweede boog erachter en de hele boog was te zien, fantastisch gewoon. 

Na 4 km gingen we het eerste bergpad op. Langzaam maar zeker verdween de Wandelkerel uit beeld. Omdat hij zijn (feloranje) poncho aan had, was hij soms vanuit de verte zichtbaar. Het was grotendeels droog, maar af en toe viel er een flinke bui, dus de poncho moest binnen handbereik blijven.

Na een kilometer of 8 begon ik op een bar te hopen of eigenlijk op een berichtje van de Wandelkerel dat hij een bar gevonden had. Dat berichtje kwam niet, naar Iñaki en ik vonden wel een bar. Daar troffen we Reimer en Geisha, maar van de Wandelkerel geen spoor. Ik probeerde hem te bellen, maar hij nam niet op, jammer dan. Ik nam thee en toast met marmelade, ik kreeg er een stuk cake bij, zo dat was genieten. Na een tweede kop thee ging ik met Iñaki verder. Toen de Wandelkerel terugbelde raakte ik wat achterop, geen probleem, er zit geen moeten bij op de Camino. De Wandelkerel zat in een bar waar ook net de groep tieners binnenkwam om te eten, hij besloot toch om daar maar even te blijven en na een poosje kreeg ik een foto van hem met een cerveza, dat deed hij goed. Toen ik bij de bar aankwam, wilde hij net vertrekken. Na een snel toiletbezoek van mij, gingen we samen verder, nog een krappe 10 km te gaan.

Helaas was de groep ook grotendeels vertrokken en dus liepen we rustig verder, inhalen was niet mogelijk op het smalle pad. En het werd nog smaller, want het hele pad werd geblokkeerd door een enorme plas, zodat iedereen (ook wij) over het naastgelegen muurtje verder ging. Even later konden we de groep voorbij en toen liep het toch iets prettiger.

Ondertussen begon het keihard te regenen en daardoor miste ik bijna het kerkje aan de overkant van de weg. Gelukkig bijna, want ik wilde dit kerkje graag aan de Wandelkerel laten zien. Druipend stonden we in de deuropening en toen we ons buiten van onze poncho’s wilden ontdoen, werden we binnengehaald. De Wandelkerel bracht onder woorden wat ik voelde: “Zo’n kerkje zegt me veel meer dan zo’n grote kathedraal.” En zo is het precies. We zaten even rustig in kerk en daarna gingen we weer verder. Helaas moesten we weer een deel van de groep voor ons laten gaan. 

Het deel van de route wat nu kwam was geweldig!!! We moesten door een riviertje lopen, het water dat net gevallen was, liep over het rotspad naar beneden. We moesten goed opletten waar we liepen, maar we keken ook om ons heen, de bomen waren zo mooi lichtgroen, het was sprookjesachtig. Dat inspireerde de Wandelkerel tot een nieuw sprookje: “Roodkapje op de Camino.”

Met natte voeten bereikten we Silleda. Hier ontving ik een berichtje van Iñaki, hij ging niet naar de albergue municipal, maar naar de albergue turistico, iets duurder, maar ook iets luxer. En daar hebben we een driepersoonskamer genomen, met echte lakens en verwarming!!!!

Na het douchen gingen de Wandelkerel en ik op zoek naar iets te eten, uiteindelijk vonden we een supermarkt en in de keuken van de albergue maakten we gehakt warm en dat deden we op brood. Ondertussen hoopten we dat de was wilde drogen, zodat die morgen droog mee kan, maar dat ziet er niet zo positief uit.

Later op de avond hebben we de was verhuisd naar de gordijnrail op de kamer, hopelijk heeft dat een positief effect.

De Wandelkerel is later nog even naar de supermarkt geweest voor soep en brood, dat was ons avondeten. Om half 10 ging het licht uit, slapen in een warme kamer, met echte lakens, wat een verschil met vorige nacht.











dinsdag 23 april 2019

Xunqueira de Ambia-Ourense-Cea

maandag 22 april 2019
Xunqueira de Ambia-Ourense

Om 6 uur waren de eerste pelgrims alweer aan het rommelen en toen was ik klaar wakker. Ik ben nog even blijven liggen, maar dat had totaal geen zin, dus toen ben ik maar nuttige dingen gaan doen. Toen ik terugkwam was de Wandelkerel ook wakker en even later liepen we met zijn tweeën naar het dorp, op naar een ontbijt in de bar.

Onze Spaanse vriend, Iñaki, en een Duitser, Peter, zitten daar al en na het ontbijt vertrekken we met zijn vieren.

Dat duurde niet lang, want ik kon de heren niet bijhouden. Omdat we veel langs de doorgaande weg liepen, zag ik ze wel regelmatig in de verte.

Na 10 km kreeg ik een appje van de Kerel, hij zat in een barretje aan de cola en ik besloot om met hem mee te doen. Na deze opkikker gingen we samen verder. Over de route valt niet veel te zeggen, eerst 10 km over de weg, daarna 10 km industrie, voorstad en stad.

Eenmaal in de stad kostte het wat moeite om de herberg te vinden, maar toen we daar uiteindelijk waren, waren we alsnog te vroeg. Open vanaf 13.00 uur en het was 12.50 uur. De hospitalero zat in de bar tegenover de herberg en er zaten 5 pelgrims op het muurtje voor de herberg, maar pas toen de torenklok 1 uur had geslagen, stak de hospitalero tergend langzaam de straat over. Bij het inschrijven bleek hij ook nog eens zijn goede humeur aan de overkant te hebben laten liggen.

Vlak na ons arriveerden Peter en Iñaki en die laatste wist te vertellen dat Jane, de geblesseerde Australische, haar been op twee plaatsen heeft gebroken. Ze was nog in het ziekenhuis, maar ze zou later ook naar de herberg komen. We waren blij dat we haar nog zouden zien, maar wat balen van die breuken.

We bezochten de kathedraal en aten wat en toen we terugliepen naar de herberg werden we onderschept door Peter, Iñaki en Jane, zij zaten op een terras. Daar sloten we ons bij aan.

‘s Avonds zijn we uit eten geweest met Peter, Iñaki en een Duitse. De Wandelkerel en ik verlegden onze grenzen, we proefden pulpo, inktvis, maar het belangrijkste was dat het gezellig was. We namen soep mee voor Jane, zodat zij ook nog iets te eten had. En toen was het ineens 10 uur. Bedtijd!!!

dinsdag 23 april 2019
Ourense-Cea

Na een slechte nacht, warm en benauwd in de slaapzaal, gingen de Wandelkerel en ik om 8 uur op pad. We hadden al ontbeten in de herberg, dus deze keer geen bar voor vertrek. We moesten even onze weg zoeken om de Camino weer op te pakken, maar op de oude Romeinse brug zagen we de eerste gele pijl weer.

Het eerste stuk ging door de stad en dat verwerd langzaam industrie, saai, vies en stinkend. Ineens hield de industrie op en werd het rustig, we hoorden weer vogels fluiten. We moesten door een tunneltje dat zo smal was dat er maar net één auto door paste. Als voetganger moest je op een knopje drukken, zodat er een stoplicht boven het tunneltje op rood ging en de auto’s dus moesten wachten.

Net na het tunneltje zagen we een bankje en daar gingen we even zitten voor een broodje. Ja hoor, we zaten nog maar net en het begon te druppen, dus brood snel eten, poncho’s aan en door. Er volgde een flinke klim, met een stukje van 21%. De Wandelkerel liep flink op mij uit, ik was niet vooruit te branden. Nadat ik een sanitaire stop had gemaakt, ging het een stuk beter en eenmaal boven kon ik mij gaan verheugen op Casa Cesar.

Ik had de Wandelkerel een foto gestuurd van 2017, zodat hij er niet voorbij zou lopen. Hij was er eerder dan ik en liet de foto zien. Cesar stelde hem allerlei vragen waar de Kerel geen antwoord op had, dus hij belde mij. Al bellend bereikte ik Casa Cesar. We kregen thee met iets lekkers, bekeken de foto’s en het gastenboek van 2017, gingen met Cesar op de foto en we kregen een speldje van hem van een gele pijl. Net voor we weg gingen, kwam de vrouw van Cesar en zij spreekt een beetje Nederlands, dat wilde ze graag oefenen. En toen was het echt tijd om verder te gaan. Dat vervolg was pittig, het begon nu echt te regenen en de plassen waren soms enkeldiep, zodat we moesten oppassen om geen natte voeten te krijgen.

Er was geen tijd om te genieten van de mooie omgeving, we moesten constant opletten waar we liepen. Na een uur of twee werd het weer droog en kwamen we weer op een asfaltweg, met beide waren we blij.

We vonden een vlak stukje op een muurtje en daar gingen we even zitten. Het waren maar 10 minuten, maar het was erg prettig om even onze voeten rust te gunnen. Vanaf dit punt hadden we nog zo’n 2,5 km te gaan en die gingen vlot. We vonden de herberg, waar op dat moment nog niemand was (‘s avonds zou het zo goed als vol zijn).

Na een hete douche gingen we even naar de supermarkt, waar we pasta en tonijn kochten voor het avondeten, met yoghurt als toetje. Ik maakte avondeten voor ons beiden in de keuken van de herberg en na het eten kletsten we nog met andere pelgrims. De Wandelkerel kreeg nog een biertje en toen was het echt bedtijd. Hopelijk morgen een iets drogere dag







zondag 21 april 2019

Campobocerros-Vilar de Barria-Xunqueria de Ambria

zaterdag 20 april
Campobocerros-Vilar de Barrio

‘s Ochtends rond half 7 begint het te leven in de herberg en even later is het een drukte van belang. De laatste was wordt verzameld, voeten worden getapet of ingesmeerd, tassen worden ingepakt en bedden afgehaald. Vanaf 7 uur begint de grote uittocht. Jane, de geblesseerde Australische, neemt de taxi naar Laza, dat is een grotere plaats met farmacie. 

Er is helaas geen bar open voor het ontbijt, dus we moeten het doen met wat droge cakejes en een slok water. Ach, het is iets. Na een kilometer of 8 was er een donativo- rustplaats en daar scoorden we nog twee cakejes, maar dat hielp maar even. Tegen de tijd dat we in Laza kwamen, rammelden onze magen flink. We wilden dus snel naar een bar. Maar voor we daar waren, liepen we langs een farmacie en daar stapte net Jane de deur uit. Ze hadden haar enkel verbonden, maar voor verdere behandeling moest ze naar Ourense. Daar gaat ze maandag heen met de bus, dus misschien zie we haar daar wel weer.

Na dit gesprek gingen we snel naar de bar, waar we genoten van een bocadillo jamon en een blikje cola. Voor we vertrokken lieten we nog een broodje ham inpakken, voldoende noodrantsoen!

De Wandelkerel maakte een klein uitstapje, hij moest Pokémon-eieren vangen, voor we verder liepen naar het punt waar een flinke klim begint. Voor we hier waren, kwamen we beide tot de ontdekking dat het water in de Camelbak zo goed als op was. We hadden allebei nog een gevulde bidon, maar of dat genoeg was voor de klim, betwijfelde ik. We waren dan ook blij toen we een pelgrimsbar zagen. Helaas, toen ik het hek opendeed, kwam er een mannetje naar buiten en die riep: “Closed!!!” Ok dan. Ik vroeg om aqua en toen liep hij naar binnen om even later weer buiten te komen met een literfles water. Hier vroeg hij €2 voor. Dat was schrikken, in A Gudina betaalden we €0,95 voor 5 liter water. Maar ja, we moesten iets. Zo’n 50 meter verderop was een bankje, hier stopten we om het water in de Camelbak te doen en om onze broeken af te ritsen, dat kon nu wel. We smeerden ons in en liepen door naar het begin van de klim.

Vanaf hier gingen we ieder op ons eigen tempo. De Wandelkerel gaat sneller en makkelijker naar boven dan ik, dus dat is beter voor ons allebei. Op een bepaald moment kreeg ik een foto van de Kerel van een kruis, uitgelegd in stenen. Ik besloot om bij te houden hoeveel tijd er zou verstrijken voor ik daar was, dat ging om 12 minuten. Hij liep dus aardig voor. 

We hadden afgesproken dat de Kerel een berichtje zou sturen als hij boven was, bij de bar die daar zit en dat hij daar op mij zou wachten. Ondertussen was er niet alleen sprake van een klim, maar ook van hordes, er lagen meerdere bomen dwars over het pad. Daar kon je soms omheen, soms moest je erover klauteren en één keer zelfs onderdoor kruipen. Maar ook ik kwam boven. Toen ik bij de bar kwam, stond de Wandelkerel op het punt om verder te gaan. Het was nog 7 km naar het eindpunt, maar die gingen wel weer naar beneden.

Voor ik aan de afdaling begon, at ik eerst maar weer een bocadillo jamon, een verse, die in de rugzak bleef noodrantsoen. De Kerel had een schelp geschreven en ook ik mocht dat doen, deze komt ooit in de herberg te hangen, denk ik.

Om half 5 bereikte ik het eindpunt en daar zat de Kerel op mij te wachten. Samen gingen we naar binnen en we kwamen terecht in een compleet lege herberg. Dit was wel heel bijzonder, dat een herberg om half 5 nog leeg is. Uiteindelijk sliepen we daar met 8 personen, heerlijk rustig dus.

We bezochten nog even een supermarkt en als avondeten, aten we ons noodrantsoen, aangevuld met een bakje yoghurt. En toen lekker naar bed.


zondag 21 april 2019
Vilar de Barrio - Xunqueiria de Ambia

Ik werd om half 7 wakker en toen was iedereen nog in diepe rust. Allemaal moe van de lange en zware dag van gisteren. Omdat ik toch niet meer kon slapen, sloop ik stil uit bed en ging naar beneden om daar alvast het een en ander voor te bereiden voor deze dag. Pas om kwart voor 8 hoorde ik de eerste geluiden van boven komen. Om half 9 zaten we in de bar aanneemt thee met koekjes en daarna vertrokken we met onze Spaanse vriend. Vanwege de late start besloten we om vandaag maar 14 km te lopen. Het was een heerlijk relaxte wandeling en spraken over de natuur, de opleiding van de Wandelkerel, de prachtige uitzichten en natuurlijk over de vele verschillende mensen op de Camino.

Na zo’n 10 km kwamen we in een barretje en daar aten we wat. We hoorden daar dat het gisteren in Laza zo druk was met pelgrims, dat de gesloten herberg, uiteindelijk noodgedwongen is opengegaan. We waren dus blij dat we gisteren voor de lange afstand hebben gekozen. 

Na het barretje kwamen we op het mooiste deel van vandaag. Het deed een beetje Engels of Iers aan. Muurtjes van gestapelde stenen, begroeid met mos en klimop langs het pad. Maar dan ineens toch weer een rotspad, waar je goed moet kijken waar je loopt. De Wandelkerel bestudeerd diverse plantjes, hij blijft boswachter in spe. Met de Spanjaard heeft hij een gesprek over bomen en met behulp van Google Translate komen ze eruit.

Om kwart over 12 zijn we bij de herberg en tot onze grote verrassing treffen we daar de “chica’s”. Dit zijn twee Spaanse vrouwen die gisteren in Laza zijn gebleven. Ze geven toe dat ze met de taxi zijn gekomen. Volgens onze Spaanse vriend is dat niet de eerste keer en hij is zeer ontstemd over het gedrag van deze dames.

Nadat we onze spullen hebben geïnstalleerd, gaan we naar het dorp. Hier drinkt de Kerel een biertje en ik een baco op een terras in de zon.

Eenmaal terug in de herberg komen er steeds meer pelgrims binnen, die zijn vanmorgen gestart in Laza. Gelukkig zullen niet alle pelgrims uit Laza deze afstand afleggen, anders is deze herberg ook zo vol. 

Het nadeel van zo’n korte afstand is wel dat de middag erg lang duurt. We gaan zo dus maar weer even naar het dorp, we moeten om 20.00 uur weer terug zijn, want dan komt de hospitalero voor de inschrijving en een stempel.

En dan maar op tijd naar bed vandaag.