Naar Purper:


JE MOET ZEILEN OP DE WIND VAN VANDAAG. DE WIND VAN GISTEREN HELPT JE NIET VOORUIT, DE WIND VAN MORGEN BLIJFT MISSCHIEN WEL UIT! tekst en uitvoering: PURPER

Ik hou van motto's, hoewel ik niet iemand ben die ze zelf verzint. Liever zoek ik naar bestaande motto's die aansluiten bij mijn (manier van) leven. De tekst van Purper is al sinds jaren mijn handelsmerk, maar sinds ons bezoek aan de musical "Soldaat van Oranje" is daar een tweede motto aan toegevoegd: Morgen is Vandaag! Eigenlijk zeggen beide motto's hetzelfde. Geniet nu, leef nu, doe nu!!! En dat blijf ik proberen!!!!!

woensdag 30 april 2014

Westerborkpad 4

Ik slaap heerlijk en erg diep. Voor het eerst word ik gewekt door de wekker en ik schrik me rot van dat ding. Daarna sta ik zonder problemen op en heb echt zin in de dag. Mijn ontbijt staat klaar en om twintig over acht geef ik mijn gastvrouw een hand en vertrek ik.

Eerst loop ik nog de laatste kilometer van de etappe van gisteren. ik word door de markering naar de overkant van de weg gestuurd omdat daar struikelstenen liggen. Ik maak een foto en loop door naar station Hilversum Sportpark. Hiervandaan start ik de etappe naar Baarn.



Op de kaart en in de routebeschrijving had ik al gezien dat deze etappe voornamelijk door het bos gaat. En na een klein stukje door Hilversum wandel ik inderdaad het bos in. het pad loopt vlak langs de spoorlijn en er komt dan ook regelmatig een trein langs. Omdat ik richting Weesp verkeerd ben gelopen, is dit het eerste stuk dat ik echt vlak langs de spoorlijn loop. En nu begint de impact hiervan tot mij door te dringen. In plaats van aan een passagierstrein denk ik aan een goederentrein, volgepropt met mensen, op weg naar het onbekende. Ondanks het mooie weer krijg ik even kippenvel.



In het bos wordt het steeds rustiger. In het begin trof ik nog wat wandelaars en een enkele fietser, maar al zeker een half uur heb ik geen mens gezien. Natuurlijk schieten er eerst wat enge gedachten door mijn hoofd, maar die ban ik uit. Ik wil genieten van mijn laatste wandeldag. er is een last van mijn schouders gevallen, het is mooi weer, er heerst rust in mijn hoofd en in het bos. En als de route dan even los komt van de spoorlijn besluit ik een pauze in te lassen. Nu alleen nog een plekje. En ik vind een prachtig plekje, speciaal voor mij.



Ik zit hier wel drie kwartier zonder een mens te zien. Net als ik mijn rugzak weer op mijn rug hijs, komen er mensen aan. Ik ben dus toch niet alleen in het bos. Dat blijkt ook als ik verder wandel. Ik kom groepen joggers en Nordic Walkers tegen.

Uiteindelijk kom ik weer bij de spoorlijn, alleen bevind ik me nu een stuk hoger. Na mijn lange rust in het bos blijkt het nog maar een goed half uur lopen te zijn naar station Baarn. Daar waag ik me toch maar weer in het toilet en ik ben blij als deze wel schoon blijkt te zijn. Helaas ook hier geen mogelijkheid om een uitsmijter te scoren, dus aan de sandwich, een appel en een breaker. En een bankje in de zon.






Voor het station bevindt zich een monument ter herdenking van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Vanaf mijn bankje kijk ik uit op dit monument en het parkje er voor. Ik zit nog maar net en bedenk dat ik zo even foto's ga maken. Ik neem een hap van mijn sandwich en leun lekker achterover als er een bus met aanhanger bijna tegen het bankje aan stil gaat staan. Even later wordt er een zitmaaier van de aanhanger gereden en daarna wordt het parkje gemaaid. het is een klein veldje dus ik zie mijn foto's nog niet in gevaar komen. Tot de hoveniers ook aan koffie toe zijn. De zitmaaier blijft middenop het halfgemaaide grasveld staan. Daar gaat mijn fotomoment. Dan alleen maar een foto van de plaquette.


Vanaf station Baarn loop ik al snel op de open vlakte. En weer langs de spoorlijn. De berm staat vol paardenbloemen en ik geniet. Van de zon, die af en toe tevoorschijn komt, van d ekerkklokken van Soest die ik hoor beieren, van het feit dat ik hier loop, omdat ik weet dat er thuis drie mensen op mij wachten en om al die andere mensen die op welke manier dan ook betrokken zijn bij mij en ons.






En zo loop ik door. Ik voel me blij, ik voel me veel prettiger dan toen ik vertrok en ik voel me helemaal goed, omdat ik straks weer naar huis ga. Ik word nog over een klompenpad gestuurd en dan sta ik voor het bord Amersfoort. Nog een klein stukje naar het station, eerst even zitten en wat drinken en dan naar huis.



Ik kom nog langs de Joodse begraafplaats, maar besluit om deze over te slaan. Ik voel me te blij, te goed om deze keer met respect de doden te herdenken en ik vind dat je dan niet op een begraafplaats moet komen. Wel maak ik een foto van de toegang.



En dan sta ik ineens voor (of eigenlijk achter) het station van Amersfoort. ik laat mijn wandelboekje stempelen, haal wat te eten en te drinken, koop een treinkaartje en regel een taxi van station naar huis. De treinreis vliegt voorbij en mijn taxi staat al te wachten. Ik word thuis afgezet en nog voor ik de schuttingdeur kan opendoen vliegt deze open en hangen er twee kinderen om mijn nek. Eenmaal binnen krijg ik net zo'n enthousiaste begroeting van Manlief en dan zak ik op de bank. Ik ben weer thuis. Nog dezelfde, maar met hervonden energie en trots!!!!


dinsdag 29 april 2014

Westerborkpad 3

Na weer een slechte nacht, wat overigens geheel aan mijzelf ligt en niet aan de accommodatie, zit ik om half acht aan het ontbijt. Ik heb geleerd van voorgaande nacht, want mijn rugzak is al ingepakt. Dat heb ik de avond ervoor al zoveel mogelijk gedaan, in plaats van alles te laten slingeren.... Al doende leert men.

Na een goed ontbijt vult mijn gastvrouw mijn thermosfles met warm water en ik vul mijn bidon met koud water. Om half negen ga ik weer op pad. Eerst het stukje naar het station en dan de route weer op. Het eerste bijzondere punt van vandaag is de synagoge van Bussum. Een prachtig gebouw met bijzondere zuilen bij de ingang.



Tot mijn grote verbazing en verrassing zie ik de synagoge vrijdagavond 2 mei voorbij komen in het programma éénvandaag. Natuurlijk is mijn aandacht gelijk gericht op dit item. Het is een bijzonder verhaal. Maar dat ik twee dagen eerder daar letterlijk voor de deur heb gestaan, maakt het voor mij dubbel bijzonder.

Na de synagoge kom ik al snel bij de Joodse begraafplaats. In eerste instantie had ik de indruk dat dit een andersoortige begraafplaats betrof. Maar het lezen van het informatiebord en het boekje van het Westerborkpad bracht duidelijkheid. En zo kwam ik toch op het Joodse gedeelte van de begraafplaats. Het monument was deels afgedekt met plastic. Helaas voor mij, zoiets doet toch altijd afbreuk aan de uitstraling van een monument en de sfeer.

Toch bracht de begraafplaats mij een stukje rust. Er lagen een aantal vrij nieuwe graven, maar vooral de oude graven, met verweerde stenen, doen het voor mij. Ik stond her en der stil en liep gedachteloos over de paden. Maar uiteindelijk gingen mijn gedachten toch in een bepaalde richting, want ineens werd ik mij er van bewust dat ik een steentje zocht. En gelukkig vond ik er één in het hoge gras en met zorg zocht ik een grafsteen uit om het steentje op te leggen. Hierna verliet ik de begraafplaats met een goed gevoel en een stukje hervonden innerlijke rust.








Ik vervolgde mijn weg en na anderhalf uur besloot ik dat het tijd werd voor een pauze. Ten eerste begonnen mijn voeten te protesteren en ten tweede was ik toe aan een kop thee. Ik vond een plekje om te zitten en even later zat ik met een kopje thee, een broodje en bungelende voeten te genieten. Sommige voorbijgangers keken mij vreemd aan, zeker toen het begon te druppen, maar ik zat prima. Jammer genoeg ging het druppen over in regenen en na mijn tweede bakkie thee was het dan ook tijd om verder te gaan.

Omdat het steeds harder gaat regenen trek in mijn regenjas aan en vervolg dan mijn weg. Eerst nog langs flats, winkels en bebouwing, maar al snel kom ik op de hei. De brem staat in volle bloei en het uitzicht is prachtig, hoewel het wel wat heiig is. Misschien is dat de reden dat ik het in mijn regenjas al snel benauwd krijg. Ik besluit dan ook om het kreng, ondanks de gestaag vallende regen, snel weer uit te doen. Dan maar nat.

Ik dwaal over de hei, maar vind elke keer gelukkig zonder al te grote problemen de markering weer terug. Het eerder meegenomen plastic (groente)zakje bewijst zijn dienst en zorgt er voor dat mijn boekje nog enigszins toonbaar blijft.



Ondertussen nadert het middaguur en begin ik weer te hopen op een gelegenheid om een uitsmijter te nuttigen. Ik kom langs station Hilversum-Noord, ook wel Hilversum-Mediapark genoemd, maar daar is alles dicht. Mijn hoop is dus gevestigd op Hilversum-CS. Net na twaalf uur kom ik daar aan en ik ga eerst op zoek naar een loket om een stempel te scoren voor mijn wandelboekje. Als dat gelukt is, kijk ik het station rond. Een AH-to-go, een AKO-boekhandel en Smullers-snackbar. Helaas weer geen uitsmijter, het wordt een zak patat.


Ik zit net met mijn zak patat op en bankje als er twee mannen naast mij komen zitten. Ik besteed er niet zoveel aandacht aan, want ik ben met Manlief aan het Appen. Ineens krijg ik een por en vraagt één van de twee of hij een patatje van mij mag. Ik kijk opzij en een alcoholwalm komt mij tegemoet. Nu wil ik niemand veroordelen, dus ook deze heren niet, maar ik ben aan deze tocht begonnen om nu eens niet voor anderen te hoeven zorgen of om me voor anderen verantwoordelijk te voelen. Mijn antwoord is dan ook kort en duidelijk: "Nee!" Vervolgens komt de vraag of ik een telefoon heb. Ja duh, die heb ik nog in mijn hand. Ik besluit dan ook om geen antwoord te geven. Ondertussen denk ik wel: "Laat me nou, ik heb genoeg aan mezelf." Jammer genoeg werkt mijn zwijgen ook niet. Ik krijg te horen: "Geef hem je telefoon even, dan kan hij zijn curator bellen om te vragen waar zijn geld blijft." Weer is mijn antwoord kort en duidelijk: "Nee!" Vervolgens krijg ik een tweekoppige, naar alcoholruikende tirade over mij heen. Dat ik alleen maar aan mijzelf denk, dat ik een egoïst, een kapitalist een een materialist ben. Dat ik niets over heb voor een ander en dat ik vooral niet moet denken dat ik een plaatsje in de hemel verdien....... Een aantal mensen dat in de buurt staat, komt dichterbij. Deze mensen laten blijken dat ze niet kunnen waarderen wat er gebeurt. Beide heren kiezen eieren voor hun geld en gaan er vandoor.

En hoewel mijn verstand zegt dat deze heren handelen uit lijfsbehoud, zegt mijn gevoel iets heel anders. Ik voel me rot, omdat hun verwijten (volgens mij in ieder geval) volkomen onterecht zijn. Om te voorkomen dat ik ze toch weer tegen het lijf loop besluit ik verder te gaan. Eerst bezoek ik het toilet. Ik betaal vijftig cent om in een gore, vieze, natte, met toiletpapier besmeurde bende terecht te komen. Voor ik mijn rugzak laat zakken, schop ik al het toiletpapier in een hoek, voor ik ga toiletteren droog ik de bril met toiletpapier en maak ik de bril schoon met mijn tube "handen-schoon-zonder-zeep." Wat een #$@^*&&^%%-ervaring.

Als ik het station verlaat regent het nog steeds en dat zorgt er voor dat ik mij zeker niet beter voel. Na het station volgt er een stukje door het centrum. Daar tref ik een groepje jongelui dat "grapjes" in mijn richting maakt over de avond4daagse. Normaal gesproken zou ik daar om lachen, maar in mijn huidige stemming kan ik het niet hebben. Mijn ellende wordt nog groter, als de begraafplaats, die ik volgens de routebeschrijving moet oversteken, afgesloten blijkt te zijn. Het hek zit op slot. De zuil, die als herkenningspunt wordt beschreven, fotografeer ik door het hek. De "Mauthausensteen" kan ik niet bereiken, maar met enig logisch denkwerk, vind ik wel het punt waar ik de begraafplaats had moeten verlaten. Daar zie ik nogmaals de zuil staan en dan pak ik de route weer op.




In de routebeschrijving zie ik staan dat het niet ver is naar de Joodse begraafplaats van Hilversum en dus laat ik de bushokjes links liggen in de verwachting dat ik op de begraafplaats een plekje vind om te zitten. Eenmaal bij de begraafplaats blijkt het hek gesloten en moet ik via een intercom vragen of iemand het hek open wil doen. En dat wil ik niet. In mijn huidige stemming wil ik alleen zijn, wil ik niet afhankelijk zijn van iemand en wil ik niet dat er iemand op mij wacht. En met nog meer de P... in mijn lijf loop ik door. Dan maar alsnog op een zoek naar een bushokje, zit ik in ieder geval droog...... En dan zul je zien, waar eerst om de paar honderd meter bushokjes stonden, kom ik er nu de eerste anderhalve kilometer geen één tegen.

Als ik even later in een park loop en een agressieve gans tegen me begint te blazen, breek ik. Ik voel tranen in mijn ogen opwellen. Als ik dan ook nog, na het passeren van de gans, een bushokje zie, is er geen houden meer aan. De tranen stromen over mijn wangen. Ik plof neer in het bushokje, trek mijn pet ver over mijn ogen en huil tranen met tuiten. Natuurlijk hebben de tranen ondertussen niets meer te maken met de ellende van de afgelopen twee uur. De tranen die nu vloeien vertellen de geschiedenis van de afgelopen drie jaar. Eindelijk kan ik ze laten gaan en het voelt goed.

Aan de overkant van de straat fietst een mevrouw die mij strak in de gaten houdt. Een klein stukje verder zie ik haar omkeren. Het komt ontegenzeglijk uit een goed hart, maar ik wil nu niemand spreken en dus ga ik vol overgave een kop thee zetten. De mevrouw fietst weer langs, maar ziet niets bijzonders en fietst tot mijn grote opluchting door. Daarna vloeien er weer tranen boven mijn thee.

Na een paar slokken thee zie dat het zonnetje begint te schijnen en langzaam drogen mijn tranen. En ineens wil ik maar één ding. De stem van Manlief horen en dus bel ik hem. Natuurlijk hoort hij de tranen nog in mijn stem en natuurlijk is hij de nuchterheid zelve, maar ik ben blij dat we dit moment hebben kunnen delen. Het doet ons beiden goed.


Na drie kwartier hijs ik mijn rugzak weer op mijn rug en blijkt niet alleen figuurlijk een last van mijn schouders te zijn gevallen. De rugzak voelt ook letterlijk lichter.

En zo vervolg ik mijn weg. Ik kom langs Landgoed Zonnestraal. Helaas lukt het de zon nog niet helemaal om door de wolken heen te komen, maar het is nu wel droog. Ik word niet over het Landgoed gestuurd, maar langs een kale, saaie weg. Ik vraag me af waarom, maar dat wordt duidelijk bij het monument Jeugdalijah.

Vlak na het monument kom ik in het bos terecht. Het wandelt heerlijk en als er even later, naast een herkenningspunt een bankje staat, waar de zon vrij spel heeft, is de keuze niet moeilijk. Het bankje is voor mij.


Omdat mijn gastvrouw had aangegeven dat ze vlak langs de route woont, besluit ik om uit te zoeken of dit voor of na het station is. En zo kom ik er achter dat mijn overnachtingsadres net naast de route ligt, vlak voor station Hilversum-Sportpark. De keuze is dan niet moeilijk. Ik loop niet door tot het station, om dan weer terug te lopen en morgenochtend weer naar het station te lopen. Als ik morgenochtend de route weer oppik, loop ik alles zoals het hoort en omdat ik heb afgesproken dat ik mee-eet, is er sowieso geen noodzaak om naar het station te gaan.

En zo kan het dat ik, na het het oversteken van de heide, al om half vijf bij mijn gastvrouw op de stoep sta. Gelukkig is zij thuis en kan ik na een veelbewogen wandeldag heerlijk tot rust komen.


maandag 28 april 2014

Westerborkpad 2

Ik slaap slecht. Ondanks mijn vermoeidheid, de prettige kamer, de goede ventilatie en de schone lakens kom ik niet tot rust. Om kwart voor drie zit ik rechtop in bed met het idee dat het ochtend is. Als dat niet zo blijkt te zijn, doe ik mijn best om weer te gaan slapen. Misschien doe ik wel te hard mijn best, want het wil niet lukken. Naar de wc, bekertje water, schaapjes tellen en boven de dekens gaan liggen, niets helpt. Uiteindelijk val ik toch in slaap om vervolgens om half 8 wakker te schrikken als mijn gastheer het ontbijt brengt.


Daarna kom ik moeilijk op gang. Ik besluit om me niet te gaan haasten, mijn gastheer heeft aangegeven vandaag geen haast te hebben, hij is vrij, zodat ik uiteindelijk pas om tien uur de deur uit stap. Ik ga naar het station in de hoop een stempel te scoren, maar de dame bij de Kiosk kijkt me aan alsof ik haar een oneerbaar voorstel doe en verder is er geen loket, dus zonder stempel ga ik van start. Al snel heb ik de markeringen weer gevonden en vervolg mijn weg. De binnenstad van Weesp is mooi en na wat geslinger door het centrum kom ik uit op een weggetje langs de Vecht.







Ondertussen begint het echt warm te worden en dus trek ik mijn shirt met lange mouwen uit. In de verte hoor ik een constant gedreun dat de sfeer behoorlijk verpest. Het weggetje is prachtig, het zonnetje schijnt, het water glinstert, maar de vogels hoor ik niet, alleen het gedreun in de verte. Eenmaal dichtbij gekomen blijkt dat er wordt geheid met behulp van een aantal grote kranen. Ik moet er zelfs voor omlopen.

Helaas wordt voor mij duidelijk dat mijn steunzolen nog steeds niet in orde zijn. ik krijg weer last van hetzelfde kootje dat mij al lange tijd parten speelt. Vaker rusten geeft dan (tijdelijk) verlichting en ik ben dan ook blij als ik Muiden binnen wandel. Het eerste vrije bankje is dan ook voor mij. Ik lees de routebeschrijving nog een keer goed door, omdat ik op de site had gezien dat ik ergens na Muiden de rolstoelroute moest nemen in verband met het broedseizoen. Jammer genoeg houdt dit wel in dat ik het Muiderslot op veel grotere afstand passeer dan op de reguliere route.





Even later vraag ik mij af of ik leidt aan hallucinaties. Ik zie Zwarte Pieten lopen in een weiland. ik kijk nog eens en nog eens, maar het is echt waar. Omdat er veel mensen omheen lopen en het Muiderslot als achtergrond fungeert kom ik tot de conclusie dat het waarschijnlijk om de nieuwe Sinterklaasfilm gaat. Wel vind ik het stom van mijzelf dat ik geen foto's heb gemaakt van dit tafereel. Maar ja, wie verwacht er nu Zwarte Pieten in april? Ik niet! Ondertussen wandel ik rustig verder en al snel kom ik in Muiderberg. Ik wandel door een parkje, waar een mooi monumentje staat en al snel bereik ik de muur rondom de grootste Joodse begraafplaats van Nederland.







 Voor Joodse begraafplaatsen geldt eeuwige grafrust, zij mogen dus niet geruimd worden. dat vind ik terug in de sfeer en de rust die er van deze plek uitgaat. Omdat ik respect wil tonen voor de Joodse gebruiken, lees ik nogmaals de informatie door die ik via het www haf gevonden en voor deze gelegenheid heb geprint. Dit doe ik gezeten naast het metaarhuis. Dit plekje is zo vredig dat ik schrik als er twee mensen vanaf één van de velden bij het metaarhuis verschijnen. Ze groeten vriendelijk en zij kunnen er niets aan doen, maar voor mij is het moment verstoord. Ik hijs mijn rugzak weer op mijn rug en wandel langzaam weer richting de uitgang van de begraafplaats. In de lijn van de Joodse traditie laat ik een steentje achter op een grafsteen om aan te geven dat ik de doden heb herdacht.








 


Zwaar onder de indruk van de sfeer en de rust op deze begraafplaats vervolg ik mijn weg. Ik steek de A1 over en even later bevind ik me in natuurgebied het Naardermeer. Voor mij als "plattelandsmeisje" blijft het vreemd om middenin een natuurgebied constant auto's op de achtergrond te horen.

Omdat het volgens de Joodse gebruiken niet is toegestaan om te eten of drinken op een begraafplaats zoek ik een plakje om rustig te zitten en wat te eten en te drinken. dat plekje vind ik aan het einde van een graspad. Hier zit ik heerlijk. Na een half uur vervolg ik mijn weg en al snel word ik weer een graspad opgestuurd. En dit graspad lijkt uren te duren. In de verte zie ik een kerktoren, die volgens mij bij Naarden-vesting hoort, maar die toren lijkt toch echt met me mee te lopen. Gelukkig komt er toch een eind aan het graspad en uiteindelijk sta ik eerder dan gepland voor station Naarden-Bussum.









Ik besluit om op het station nog wat te eten. Gezien de toestand van mijn voeten, kan ik me neit voorstellen dat ik later op de dag nog zin heb om op pad te gaan. Het wordt een flinke sandwich, een banaan en een toetje. Ik heb eigenlijk al de hele dag zin in een uitsmijter, maar ik ben geen enkele gelegenheid tegen gekomen waar ik die kon eten, dus geen uitsmijter voor mij vandaag.

Na  het nuttigen van mijn diner op een bankje voor het station vertrek ik naar mijn gastadres. Deze bevindt zich op een kilometer van het station en na het drinken van een kopje thee met mijn gastvrouw geniet ik van een warme douche. Alweer twee dagen weggewandeld.