Naar Purper:


JE MOET ZEILEN OP DE WIND VAN VANDAAG. DE WIND VAN GISTEREN HELPT JE NIET VOORUIT, DE WIND VAN MORGEN BLIJFT MISSCHIEN WEL UIT! tekst en uitvoering: PURPER

Ik hou van motto's, hoewel ik niet iemand ben die ze zelf verzint. Liever zoek ik naar bestaande motto's die aansluiten bij mijn (manier van) leven. De tekst van Purper is al sinds jaren mijn handelsmerk, maar sinds ons bezoek aan de musical "Soldaat van Oranje" is daar een tweede motto aan toegevoegd: Morgen is Vandaag! Eigenlijk zeggen beide motto's hetzelfde. Geniet nu, leef nu, doe nu!!! En dat blijf ik proberen!!!!!

woensdag 23 juli 2014

Nijmeegse 4Daagse 2014, het complete verslag

Tot mijn grote geluk vertrokken wij dit jaar weer als volledig gezin naar Nijmegen. Omdat we dit jaar een huis gehuurd hadden, kon Manlief gewoon met ons mee. En zo bevolkten we met zijn zessen een huis, vlakbij de St. Annastraat, op de vrijdag ook bekend als Via Gladiola.

Bepakt en bezakt vertrokken we naar Nijmegen. Dochterlief stapte bij Paps achterop de motor, zij vertrokken als eerste, omdat ze op hun gemak, binnendoor langs de IJssel, pontje over, binnenweggetje, pontje terug, enzovoort naar Nijmegen zouden rijden. Mams kwam met een bijna volle auto ons ophalen. In haar auto kreeg de rolstoel een plekje en de Wandelkerel stapte bij haar in om Mams gezelschap te houden. Ook de fiets van de Wandelkerel kreeg een plekje achterop haar auto, zodat op onze auto de fiets van Dochterlief en mijn fiets paste. We liepen enig oponthoud op, omdat het fietsenrek ineens niet meer bleek te passen. Waarschijnlijk had er iemand tegen de trekhaak cq bevestiging aan gezeten, want twee weken eerder had ik het fietsenrek nog zonder problemen gebruikt. Mijn spierballen bleken niet groot genoeg, maar bij één van de plaatselijke garages werd het euvel verholpen. En zo togen we naar Nijmegen.

Zonder noemenswaardig oponthoud bereikten we ons tijdelijk onderkomen. Manlief werd op de bank geparkeerd en Mams, de Wandelkerel en ik sjouwden alle spullen naar binnen. En dat was niet weinig. PFFF. En toen was het tijd voor koffie, thee en broodjes. Daarna werden de spullen verdeeld, bedden opgemaakt en toen hoorden we ook de motor van Paps aankomen. We besloten om vooral zo min mogelijk te doen deze dag. En dus maakten we een boodschappenlijstje, deden de boodschappen en maakten het ons gemakkelijk. En dat beviel goed.

Zondagmorgen werd een ieder op zijn eigen manier en op zijn eigen tempo wakker. En na het doen van de boodschappen en de lunch was het ein-de-lijk zover. Naar de Wedren. Om in te schrijven en om bekenden te ontmoeten. Manlief bleef thuis, maar Paps en Dochterlief gingen mee. We schreven in, ontmoeten bekenden, bezochten de stad, kochten spelletjes (vergeten mee te nemen), de schatjes kregen Paps zo ver dat hij die ene kermisattractie die al drie jaar op het lijstje staat betaalde en genoten van de sfeer.









Net voor we de Wedren verlieten, troffen we mijn blarenheld van de afgelopen jaren. Al sinds mijn eerste N4D in 2008 zijn we vaste klant bij de verzorging van Connexxion, waar naast een hapje, een drankje en een bemoedigend woord ook altijd kundige blarenprikkers en spierenknijpers paraat staan. Deze post, gevestigd in een bus, staat elke dag twee of drie keer langs de route, en wordt gerund door het echtpaar H en R. H als blarenheld, R al hoofd huishoudelijke dienst. We schieten H dan ook direct aan om te vragen hoe het met hem gaat. En het antwoord is schrikken. het gaat niet goed, want zijn liefste R is nog geen maand geleden overleden aan die rotziekte K. Afgelopen december de diagnose, half juni het einde. De tranen staan Wandelmams en mij in de ogen, ook de Wandelkerel zie ik een paar keer slikken. We knuffelen H, praten met hem, laten hem zijn verhaal doen en horen dat hij vrijdag op de eretribune zal zitten. Na een laatste knuffel nemen we afscheid van H en met een brok in onze keel fietsen we naar "huis".

Weer terug bij Manlief bekeek ik mijn mail en toen bleek dat er een reactie was op een mail die ik gestuurd had naar aanleiding van een oproep van één van de filmploegen om een gezin te mogen volgen. Ze wilden ons graag volgen. Superleuk en na een telefoontje werd de afspraak gemaakt om maandag om half twaalf een interview af te nemen en om ons op woensdag, roze-woensdag, de hele dag te volgen. We maakten er een gemoedelijke avond van, maar Wandelmams, de Wandelkerel en ik gingen niet vroeg, maar ook zeker niet te laat naar bed. We moesten nog een prestatie gaan leveren.

De maandagmorgen verliep hetzelfde als de zondagmorgen. Lekker relaxt!! We hadden zin in de filmopnames en om daarna naar de forummeeting te gaan. Deze meeting begint om een uur of twee, dus dat kon prima. Dachten we......

De filmopnames waren enorm leuk. Ze duurden alleen wat langer dan we hadden verwacht. Tegen half drie was alles afgerond en toen hadden wij, maar ook de filmcrew zwaar behoefte aan een broodje (of twee).


 
En daarna vertrokken we lopend naar de Wedren, want Manlief ging deze keer ook mee. Jammer genoeg waren er tegen de tijd dat wij daar kwamen alweer veel bekenden vertrokken. Ook die lieve Wandelvriendin die de starkaart met de Wandelkerel wilde ruilen, zodat wij twee dagen vroeg konden starten. Helaas bleek haar telefoon ook nog leeg te zijn, zodat ze niet te bereiken was, maar gelukkig kwam ze 's avonds bij ons 'an om de startkaart te ruilen. En dat zou ze de rest van de week ook doen....

En dan begint het zenuwengedoe. Want morgenochtend gaat het echt beginnen. Dus kleding klaar leggen, startkaart controleren, tas inpakken, startkaart controleren, bedenken welke schoen aangaan, startkaart controleren, voeten tapen, startkaart controleren, flessen omspoelen, startkaart controleren, plassen, startkaart controleren, tanden poetsen, startkaart controleren, Dochterlief instoppen, startkaart controleren, iedereen weltrusten wensen, wekker zetten, startkaart controleren, wekker controleren, toch nog een keer plassen, startkaart controleren, nog één laatste kus van Manlief, startkaart controleren, in bed gaan liggen, wekker controleren en dan doen alsof je moe bent.....

En dan is het eindelijk dinsdagmorgen en kan je na zes keer wakker schrikken met goed fatsoen je bed uit om te starten. En dat is een stuk minder zenuwachtig dan de avond ervoor. Want je kleren liggen klaar, met de startkaart keurig in het hoesje in je broekzak. De flessen worden gevuld, één met water, één met sportdrank. Broodjes en Breakers gaan in de tas. Ontbijten met zuivel en thee. En vervolgens fietssleutels zoeken en vertrekken naar de start. Zo simpel, zo relaxt...

En dan staan we in de rij voor de start. Van alle kanten komen er mensen die via, via ergens voor ons in de rij gaan staan. En wij dachten: "Succes! Veel wandelplezier!" Dit jaar was ons doel genieten. Dan maar een kwartier later door de start. En dat werd beloond, want er klonk gejuich van boven. We werden toegejuicht door de inzittenden van een luchtballon. En alle relaxte mensen zwaaiden!!! Voor de Wandelkerel en mij begint de N4D pas echt als we op de Waalbrug zijn, voor Wandelmams is de echte start op de Via Begonia in Lent. De route naar de Waalbrug is nog niet veranderd, maar die naar de Via Begonia wel. Er wordt druk gebouwd aan wegen en wijken rondom de Waalbrug en daarom slingeren we nu voor het derde jaar via een andere route richting Lent. En dat is eigenlijk best wel prettig, een beetje verandering.








En na Lent kijken we uit naar Bemmel. Onderweg zien we I, L en M langs de kant van de weg zitten. We zwaaien, maar besluiten om nog even door te lopen. na vijf minuten worden we bijgehaald door M, die vervolgens een stuk met ons oploopt. We praten bij vanaf de wandelbabbel4umtocht, de laatste keer dat we elkaar in levende lijve troffen. Wat is het toch heerlijk om vrienden te hebben die je digitaal leert kennen en die in het echt net zo leuk en meelevend zijn.

In Bemmel kijken Wandelmams en ik onbewust toch uit naar de vlag van Connexxion, maar die is er echt niet. En daarom besluiten we om een horecarust te nemen. Dus koffie/thee en toilet. Omdat M net gerust heeft loopt hij door. En zo gaat dat eigenlijk altijd tijdens de N4D. Samen als het kan, apart als het nodig is, maar altijd in vriendschap.

Na Bemmel slingeren we richting Elst. Het is heerlijk wandelweer, zelfs wat aan de frisse kant. Ik heb de Wandelkerel echt moeten overhalen om een hemd aan te doen onder zijn wandelshirt, maar gelukkig is hij daar nu wel blij mee. Ook is de Wandelkerel nu zo ver dat hij de route begint te herkennen. "Mam, zo over het viaduct is toch een controle? Nou ja, in ieder geval was de vorige keren zo." En dat had hij goed. Dus knip gescoord en weer verder. Net voor Elst sloot de 50 km weer aan. En wij waren daar net op het goede moment, want een groep van de politie was vol aan het zingen. Eerst achter ons, toen gelijk met ons en langzaamaan voor ons uit. Maar toen bereikten we de bebouwde kom van Elst en daar was meer dan voldoende afleiding.

De Wandelkerel wilde zijn veters iets losser gestrikt. Dat is een normaal verschijnsel na zo'n 20 km, maar het levert van buitenstaanders een hoop commentaar op. Geeft niks, wij weten dat dit een normaal verschijnsel is. Ondertussen verlangden we wel weer naar een rust, maar we weten dat net voorbij Elst de Oase op ons wacht. En dus trotseren we de drukte in Elst.






Op sommige punten was het voetje voor voetje schuifelen. Zeker als dan ook nog de 30 km erbij komt. Het is niet prettig wandelen, maar aan de andere kant hoort deze drukte toch ook bij de charme van het grootste wandelevenement van de wereld. En door het geven van high-fives, het eten van kommertjes en het snoepen van dropjes, wisten we deze beproeving zonder problemen te doorstaan. En zo belanden we in de Oase, waar we zoals altijd werden vertroeteld, gehoord, gezien en deze dag een heerlijk koppie soep kregen. En voor Wandelmams zelfs soep status aparte! Oftewel soep zonder kip.




Als ik zie dat de Wandelkerel kippenvel krijgt, eerst op zijn armen, dan op zijn benen, en daarna begint te rillen, wordt het tijd om door te lopen. Het is heerlijk wandelweer, maar om lang stil te zitten is het net te fris. Ons volgend doel is Oosterhout.

Bij De KNBLO bezoeken we nog even het toilet en scoren we een blikje cola. Net daar voorbij bewonderen we prachtig ingevroren wandelsokken. De Wandelkerel controleert of het wel echt ijs is en presenteert dat bewijs aan mijn nek. Brrr, koud. En weer door naar Oosterhout. Maar voor die tijd wil ik wel even knuffelen met Dr. Pain. Die doet ook dit jaar zijn naam weer eer aan. Het is eigenlijk niet te begrijpen dat de mensen vrijwillig bij hem op de tafel gaan liggen. Pijn is fijn....




Na een dikke knuffel van mijn favoriete doctor wandelen we door naar Oosterhout. En alweer een slikmoment, want normaal gesproken verlieten we nu de route voor een bezoekje aan de bus, maar die bus was er niet, dus zochten we ons heil op een muurtje. En na een kwartier gingen we op weg naar de dijk. En deze dijk bracht ons iets nieuws, want de nieuwe brug, de Oversteek, was ook te bewonderen vanaf de dijk. En zo bracht ook de weg terug ons iets nieuws.

Net voor de Waalbrug wilde de Wandelkerel dat ik naar zijn teen keek. En dat was maar goed ook. Die teen had behoorlijk klem gezeten en had de vorm aangenomen van een driehoek. Met een stukje fixomull hielp ik de teen weer op weg naar zijn normale vorm. En na het oversteken van de Waalbrug, het genieten op het Faberplein en het bereiken van de Wedren zat dag één erop. Gelukkig struikelden we over de Ola-kar, zodat de Wandelkerel zijn traditionele ijsje zonder oponthoud te pakken had. Nog drie te gaan en dat met maar 1, uno, één, eine, one blaar!!!!!!!!








Woensdagmorgen , de wekker gaat een uur eerder dan de dinsdag, want een vroege start. Ook de filmploeg is vroeg wakker, want om vier staan ze op de stoep. Na het schieten van wat beelden van ons ochtendritueel zien we ze weer op de Wedren. Supergezellig en het geeft veel aanspraak als de mensen om ons heen doorhebben dat die filmploeg er staat  voor ons. Helaas duurt het ruim een half uur voor we door de start zijn, maar dat mag de pret niet drukken. We nemen een "tunnel"van studenten en net als ik mij afvraag waar de filmploeg is gebleven, staan ze voor ons. Ze hebben even een stukje gerend. Nou, respect. Met een filmcamera, geluidsapparatuur en de nodige snoeren een run nemen, ik ben onder de indruk. We spreken af om elkaar onderweg nog eens te treffen en dan gaan we op naar Wijchen. Tja, naar Wijchen. De tweede dag gaan we vier keer Wijchen in en dat moet dan leuk zijn..... Nou, echt niet!!! De eerste keer Wijchen is Alverna uit, Wijchen in, redelijk pijnloos.

De tweede keer Wijchen in komen we bij een wijkcentrum. We spreken met de filmcrew af dat we ze daar ontmoeten. Helaas zijn wij daar eerder dan gepland en zij daar later dan gepland. Dus duurt de rust eigenlijk veel te lang voor ons. Het voordeel is wel dat ze daar heerlijke soep hebben. Ook de EHBO is daar vertegenwoordigd en aangezien de Wandelkerel last heeft van zijn voorvoeten neemt hij met liefde plaats op de behandeltafel. Gelukkig treffen we ook de filmcrew nog, zodat zij hun opnames kunnen maken. Ook is de filmcrew op zoek naar een "wilde" masseur. Of wij er één kennen. Natuurlijk!!! Dit jaar niet helaas niet mijn blarenheld H, maar wel mijn grote vriend Dr. Pain. Met behulp van de routekaart sturen we ze de goede richting op. En dan kunnen we na ruim een uur zelf weer op pad. Achteraf blijkt dat we tijdens het filmen zijn vastgelegd door een Wandelvriendin. Wij hebben haar niet gezien. Zij ons wel....








En zo vertrokken we ondanks de vroege start laat uit het wijkcentrum in Wijchen. "Gelukkig staat ons nog maar twee keer Wijchen te wachten." En de derde keer Wijchen wacht ons de Oase. En net nadat we Wijchen voor de tweede keer hebben verlaten, krijgen we telefoon van Paps en Dochterlief. Zij hebben de Oase gevonden en wachten daar op ons. En dat geeft ons een extra reden om uit te kijken naar de Oase. Maar voordat het zover is, gaan we eerst stapvoets door het centrum van Wijchen. Maar de muziek is goed, het publiek is goed en die enkele mopperende wandelaar negeren we. Tenslotte is de N4D van ons allemaal.




En na de drukte is er rust. Maar eerst een dikke knuffel van Paps en Dochterlief. En daarna een pannenkoek met spek, menu van dag twee in de Oase. Weggespoeld met een blikje cola, een aai over de bol, een extra knipoog en een compliment over Dochterlief, die zonder mopperen de handen uit de mouwen steekt om de wandelaars te vertroetelen. En na dit verpozen kunnen we het aan om Wijchen te verlaten en voor de vierde keer weer binnen te gaan...




En zo gaan we op weg naar Beuningen. Ondanks onze vroege start van vandaag zitten we op een laat schema, maar dat geeft niks. We hebben ruim voldoende tijd om Nijmegen te bereiken.Ondanks twee lange rusten, besluiten we om aan het "einde" van Beuningen nog even een rust te nemen. We weten uit ervaring dat de weg van Beuningen naar Weurt een saaie weg is, die zeker als het warm is lang duurt. En ook na het oversteken van de sluizen bij Weurt is het nog een ellendig stuk voor we het Waterkwartier bereiken. Dus even rusten is geen overbodige luxe.

Ondertussen hebben al meerdere mensen gevraagd hoe het met de Wandelkerel gaat. Zelfs op dag één al. Wij (en hijzelf) snappen er niks van. Tot ik eens even goed op hem let, dan snap ik het. De manier waarop hij loopt ziet er niet uit. Armen en benen zwabberen alle kanten op en zijn lijf schudt en zwabbert mee. En als ik hem dan ook nog eens aankijk als hij naast mij loopt, kom ik tot de ontdekking dat hij nu ECHT groter is dan ik ben. En dat was een week geleden nog niet zo. Die arme Kerel loopt de N4D, terwijl hij middenin een groeispurt zit. En die armen en benen groeien nog harder dan hijzelf. Geen wonder dat dat niet soepel loopt. Maar hij voelt zich super en is elke keer weer verbaasd als iemand vraagt of het wel goed gaat. Als ik hem mijn bevindingen vertel is hij blij. Niks aan de hand dus. En EIN-DE-LIJK is hij groter dan zijn moeder.

Jammer genoeg leveren die zwabberende benen hem ook een minder aangename kennismaking met het asfalt op. Volgens de Kerel ligt het aan zijn veters, maar volgens Wandelmams en mij aan zijn benen, die net niet hoog genoeg werden opgetild. Resultaat is wel dat hij last heeft van zijn enkel. Gelukkig zijn we vlakbij onze grote vriend Dr. Pain. Hij doet zijn naam eer aan en neemt de Kerel flink onderhanden. Maar na die behandeling neemt de Wandelkerel een spurt aan. Op naar Nijmegen!!!




Bij Dr. Pain troffen we ook de filmcrew en daar maakten we de afspraak dat we elkaar bij het Faberplein weer zouden treffen. Nog even doorstappen dus. De weg naar Weurt was lang en heet. De weg naar het Waterkwartier was lang en heet. En we kwamen niet eens meer langs onze helden van de DAR. Gelukkig was er nog wel een waterpunt, maar pff, wat een vreselijk stukje route.... We maakten onze handdoeken elke keer zo nat mogelijk om af te koelen. Maar de grootste teleurstelling moest nog komen. Wij dachten dat we de Waalkade weer over konden, maar tot ons grote verdriet moesten we weer die akelige keitjes achter da Waalkade over. Gelukkig met behoorlijk wat minder blaren dan vorig jaar, maar ik denk niet dat ik ooit vriendjes wordt met die keien.

Op het Faberplein troffen we de filmcrew, genoten we van het feest en voor we het wisten stonden we alweer op de Wedren. Afmelden en op zoek naar een ijsje voor de Wandelkerel. Het werd een Raket bij het meisje van de Ola. En voor mij slechts één blaar erbij. Een score van één blaar per dag, dat had ik van tevoren niet durven dromen, zo weinig.






En zo werd het donderdag. We zijn over de helft, maar eigenlijk hebben we die aanmoediging niet nodig. Het gaat super. We voelen ons goed, de blaren zijn te overzien en onze wandelvrienden steunen ons aan alle kanten. Natuurlijk missen we onze vaste pleisterplaats, de bus, want daar was altijd een plek om te zitten en nu moeten we soms zoeken naar een plekje, maar het lukt tot nu toe elke keer om te rusten als we daar aan toe zijn.

Al voor we in de rij gaan staan om te starten moet ik naar het toilet. Ik stuur Wandelmams en en de Kerel vast de rij in, omdat ik mij echt niet happy voel. Niet zozeer omdat ik naar het toilet moet, maar omdat ik misselijk ben. Ik ben sowieso een slechte ontbijter, maar ik heb mij tot nu toe altijd weten te redden met een ontbijt van kwark, voorzien van wat zaden. Deze ochtend krijg ik met moeite drie happen weg. En de derde hap gaat al kokhalzend. Dat belooft nog wat. Helaas brengt het toiletbezoek geen verlichting en daarom zoek ik mijn wandelmaatjes maar weer op. Tijdens eerdere edities van de N4D ben ik ook wel eens misselijk geweest 's ochtends en toen ging het in de loop van de dag weer over. Gewoon afwachten dus.


En dus gaan we weer van start. Ook nu duurt het zeker een half uur voor we door de start zijn, maar dat kan me deze keer geen Piiiiiiep schelen. Mijn maag rommelt, maar ik durf geen hap te eten. Ik neem kleine slokjes van mijn sportdrank, in de wetenschap dat daar ook voedingsstoffen inzitten en hoop er het beste van. Na drie kwartier wandelen begint mijn maag echt te rommelen. Zo van, eten, eten, ik wil eten. Ik besluit om een banaan te pakken. Het eerste hapje gaat goed, het tweede hapje niet. Kokhalzend en kuchend weet ik te voorkomen dat het minieme beetje voedsel dat zich in mijn maag bevindt, daar ook blijft. Even later biedt een toeschouwer meloen aan. Wanhopig als ik ben, pak ik het aan en wonder boven wonder blijft het binnen zonder rare gevolgen. De Wandelkerel ziet het vervolgens als zijn taak om zoveel mogelijk meloen voor mij te scoren. En dat werkt. Ook stukjes komkommer krijg ik weg en nadat er het één en ander in mijn maag is blijven zitten, besluit ik om een paracetamol te nemen om te misselijkheid te bestrijden. En dat werkt. Tegen de tijd dat we Malden bereiken ben ik niet meer misselijk. PFFFF. Weer een hindernis overwonnen.




Na een korte rust in Malden, vervolgen we onze weg. Eerst naar Mook en via een dijk richting Middelaar. We twijfelen even of we in Middelaar zullen gaan zitten, maar aangezien Plasmolen maar een klein stukje verder is, besluiten we dapper te doen en nog even door te bikkelen. Op het plein in Plasmolen is het zoals altijd feest. Als we aan komen lopen zien we dat het eeste, beste bankje vrij komt. En die is dus voor ons. Ik probeer de Wandelkerel wat te laten eten, maar als ik hem naar zijn broodje zie kijken weet ik genoeg. Geen brood voor hem. Gelukkig staat er verderop een fruitkraam en daar haalt hij fruit voor ons alledrie. Dat is goed te verhapstukken met temperaturen die al behoorlijk aan het oplopen zijn. We genieten nog even van het feest op het plein en gaan dan verder. Op naar Breedeweg. Dan hebben we de St Jansberg gehad en kunnen we krachten opdoen voor de Zevenheuvelenweg.


We doorkruisen Mill en dan wil de Wandelkerel graag droge sokken aan. Snel, plekje zoeken langs de kant. Gelukkig mensen genoeg die een stoel willen afstaan. En terwijl ik de Wandelkerel help met het verwisselen van sokken ("Ooooo, zo lekker mam!") raakt mams aan de praat met een meisje van dertien. Zij geniet van het langs de kant zitten, maar ze heeft ook zin morgen, want dan mag ze met één van de muziekkorpsen meelopen bij de intocht, ze speelt trompet. We beloven om naar haar uit te kijken morgen en gaan weer op pad.

We beklimmen de St. Jan en dan zien we in de verte Breedeweg al liggen. We snakken naar water en net voor Breedeweg worden we ruimschoots voorzien. Flessen vullen, petten en handdoeken nat en we kunnen weer verder. En tegen het eind van Breedeweg een muurtje... Heerlijk. Ik verwissel mijn natte sokken, we slobberen een Breaker weg en de Wandelkerel vermaakt zich met zijn telefoon. En dan, op naar Groesbeek en de Zevenheuvelenweg.



Onderaan de Zevenheuvelenweg kijken we met een schuin oog naar de plek waar de bus altijd stond. het blijft vreemd, de N4D lopen, zonder de vertrouwde aanwezigheid van "onze" bus. Maar gelukkig weten we dat op de derde heuvel de Oase wacht. En dus beginnen we te klimmen en te dalen en voor we het weten staan we voor de Oase. Vandaag wacht ons een broodje worst. Ik ga voor het broodje worst zonder broodje en krijg stiekem een worstje extra. De Wandelkerel voorziet zijn broodje rijkelijk van ketchup en is de gelukkigste Kerel van de N4D. Want ketchup..... hij kan zich geen leven zonder voorstellen. En dan moeten we de Oase weer verlaten. Nog zo'n 6 km te gaan tot de finish. Dat gaat ook vandaag weer lukken.




Eenmaal thuis krijgen we net voor het naar bed gaan nog iets mee van een verongelukt vliegtuig. Even schrikken, maar we gaan snel over tot de orde van de dag. Spullen pakken, blaren prikken (score nu 3), afplakken en naar bed. Er wacht ons nog één dag en dat lijkt een zware te worden, met temperaturen boven de 30 graden. Nog één keer op tijd naar bed om morgen nogmaals een prestatie neer te kunnen zetten.

Met een vroege start, die vervroegd is, is het vroeg opstaan geblazen. Op mijn telefoon zie ik wat berichten van de NOS-app over dat vliegtuig, maar mijn prioriteiten liggen ergens anders. Op naar de Wedren, vroeg starten en op tijd proberen binnen te zijn, zodat we de hitte zo veel mogelijk aan ons voorbij kunnen laten gaan. En dat lijkt te lukken. Al om tien uur zijn we in Linden. Dat is ongeveer op de helft van de route. Dat ziet er dus goed uit voor ons. We hebben nog 6 uur de tijd om 22 km af te leggen. Net voor Linden ploffen we op een bankstel, even heerlijk bijkomen, hoewel ik mij afvraag hoe ik ooit weer uit dat ding ga komen. Hij hangt behoorlijk achterover. Maar ik vertrouw op mijn wandelmaatjes, eerst even genieten van de rust.




Na de rust op de bank, bezoeken we een toilet en staan we in de rij voor vers (lees KOUD) water, voor in onze flessen, voor onze handdoeken en voor onze petten. Wat is het warm. Al met al heeft dit oponthoud ons een uur gekost, maar dan kunnen we er ook wel weer even tegen. Op naar het feest in Cuijk.

In Beers is het gezellig druk, we sturen nog wat vijftigers de goede richting op, verversen water, dat is hard nodig, volgens de Wandelkerel heeft hij ondertussen thee in zijn flessen zitten, en voorzien we onszelf weer van koude lappen en petten. De route van Beers naar Cuijk gaat dit jaar snel en daarom nemen we ons voor om eerst de pontonbrug over te steken voor we een plekje zoeken om te zitten.



Eenmaal in Cuijk dringt er iets meer door over de vliegtuigramp. Op borden langs de route staat dat er een gezin uit Cuijk is omgekomen en dat daarom de muziek is aangepast. Begrijpelijk. Naast ons horen we wandelaars praten, die nog helemaal niest hadden gehoord over een neergestort vliegtuig. Zij grijpen naar hun telefoon om het één en ander op te zoeken en wat we dan horen, levert voor ons veel vragen op. Ondertussen staan we voor de pontonbrug en kunnen we niet zo heel veel. Daarom steken we de brug maar over en zoeken we, zoals we al van plan waren aan de overkant een plekje om te rusten. De Wandelkerel en ik gaan voor droge sokken, dus de schoenen en sokken gaan uit en dan raadpleeg ik mijn telefoon om nadere informatie te vinden over dat vliegtuig. En dat is schrikken. Neergestort, neergeschoten, zoveel doden, zoveel verdrietige mensen. We vragen informatie aan het publiek, maar ook zij staan hier al lang en weten niet veel meer dan wij. En dus gaan de sokken en de schoenen weer aan. Op weg naar de Oase in Malden. Wie weet kunnen ze ons daar meer vertellen.




En in de Oase kunnen ze ons inderdaad meer vertellen. Veel verdriet, veel slachtoffers en een sobere intocht. Dus geen muziek tijdens de intocht. Stil eten we onze balletjes, het valt nu ook op dat er inderdaad nergens muziek is te horen. Des te meer valt het geroezemoes van de mensen op. Na deze rust stiefelen we naar de KNBLO-rust voor een toiletbezoek. En dan beginnen de zwaarste 8 km van deze N4D. Normaal gesproken wordt je vanaf de Oase gedragen door het publiek, de muziek en de toejuichingen. Nu is het stil. Stil, maar vooral warm, heet. De Wandelkerel ziet het even niet meer zitten. Hij had zich weer zo verheugd op dit stuk van het parcours en nu loopt hij te sjokken op een oververhit stuk weg, met sombere mensen om zich heen, die ook niet weten wat ze met de situatie aan moeten.

Gelukkig is er wel voldoende water. Uit kranen, uit slangen en uit buitendouches. We laten het thuisfront weten dat we er aan komen en langzaam maar zeker komt er iets meer leven in de intocht. Hoe dichter we bij Nijmegen komen, hoe enthousiaster de mensen voor ons klappen. Ook zonder muziek maken ze er een klein feestje van voor ons. Ondanks de hitte voel ik af en toe wat kippenvel. En dan is daar het thuisfront, ondanks de hitte staan ze aan de Via Gladiola. En, misschien wel het belangrijkste, ze hebben crocks, slippers en sandalen bij zich. Voor de laatste twee kilometer ruilen we van schoeisel. Mijn voeten genieten. Frisse lucht en ruimte. En zo lopen we de laatste twee kilometer. Alledrie hebben één gladiool meegenomen, de rest blijft thuis. Dat doen we elk jaar. Maar dit jaar hebben we een speciaal doel voor die gladiolen.

Op de eretribune zoeken we blarenheld H en we vinden hem. Zodra we roepen komt hij naar ons toegesprint. Ik geef hem mijn gladiool en knuffel hem, daarbij wordt ik geholpen door Wandelmams en de Wandelkerel. H is blij ons te zien. Deze N4D was zo moeilijk voor hem. Het verlies van zijn R is nog zo vers, maar hij wilde eigenlijk ook zo graag "zijn lopers" helpen en nu stonden wij voor zijn neus. Trost op onszelf, trots op hem, op die eretribune. Na nog een dikke knuffel geven ook Wandelmams en de Wandelkerel hun gladiool aan H. Als we op het punt staan om verder te lopen, lang stil staan is niet leuk nu, zegt hij: "Morgen breng die gladiolen naar R." Slik, snotter. Laatste zwaai. Dag lieve H. Tot ooit, als jij dat wil.

En zo lopen we zonder gladiool, maar met de overtuiging dat deze gladiolen de beste plek krijgen die ze verdienen, door naar de finish. We hebben het weer gered.




Zoals Harm Edens al zei bij TV Gelderland is deze editie van de N4D er één van de dubbele gevoelens. Voor ons persoonlijk door het overlijden van R en voor heel Nederland en ook voor ons door de tragedie met vlucht MH17.


De Nijmeegse Vierdaagse van 2014 is er één die (misschien helaas) voor altijd in het geheugen gegrift staat.