Naar Purper:


JE MOET ZEILEN OP DE WIND VAN VANDAAG. DE WIND VAN GISTEREN HELPT JE NIET VOORUIT, DE WIND VAN MORGEN BLIJFT MISSCHIEN WEL UIT! tekst en uitvoering: PURPER

Ik hou van motto's, hoewel ik niet iemand ben die ze zelf verzint. Liever zoek ik naar bestaande motto's die aansluiten bij mijn (manier van) leven. De tekst van Purper is al sinds jaren mijn handelsmerk, maar sinds ons bezoek aan de musical "Soldaat van Oranje" is daar een tweede motto aan toegevoegd: Morgen is Vandaag! Eigenlijk zeggen beide motto's hetzelfde. Geniet nu, leef nu, doe nu!!! En dat blijf ik proberen!!!!!

donderdag 30 april 2015

Westerborkpad 8

Na weer een nacht goed slapen ben ik weer voor de wekker wakker. Ik volg mijn vaste opstarten-voor-het-wandelen-ritueel en om half acht zit ik aan mijn ontbijt. Ik krijg nog wat proviand mee van mijn gastvrouw en om kwart over acht ben ik op weg naar het station. Als ik bijna op het station ben, kom ik tot de ontdekking dat mijn GPS niet aan staat. Ik zet hem dus maar aan als ik aan de route begin. Dit scheelt wel zo'n twee kilometer op het totaal van vandaag.

Omdat er vanaf het station van Nunspeet twee etappes starten, één naar Vierhouten en één naar 't Harde, moet ik even opletten. Maar met de beschrijving erbij kom ik op de juiste route. Ik merk dat ik soms onzeker word over de te volgen route. Dit heeft twee oorzaken. De eerste is dat er in het routeboekje geen afstanden staan. En met name als ik een lang stuk moet lopen, ben ik bang dat ik en afslag heb gemist. De tweede is dat een markering vaak een stuk na een afslag staat en dan vraag ik mij dus (weer) af of ik goed zit. Ik neem de afslag, twijfel, loop een stukje terug, lees de routebeschrijving nog een keer, ga toch weer verder en vind dan de markering. Pffff, toch goed. En hoe vaker ik goed zit, hoe meer vertrouwen ik krijg in mijzelf, hoe meer ik kan loslaten en hoe makkelijker het wordt om door te lopen.

Hele periodes loop ik in mijn eentje, daar bedoel ik dus mee, zonder een mens tegen te komen. Soms uren lang. Tijd genoeg dus om met mijzelf in gesprek te gaan. Om blij te zijn met mijzelf, om mijzelf te confronteren met mijn minder goede kanten (ongeduld, uitstelgedrag), om mijn werk te overdenken (leerlinggericht, resultaatgericht), om de afgelopen jaren een plekje te geven en om de toekomst in ogenschouw te nemen. En om soms tot de ontdekking te komen dat ik kilometers verder ben zonder concrete dingen te hebben vastgelegd. Oftewel het wandelen brengt me wat ik nodig heb. En zo druk in gesprek met mijzelf heb ik etappe 14 Nunspeet-Vierhouten al snel afgelegd.





In Vierhouten gaat de route verder richting het "Verscholen Dorp". Omdat ik de wegwijzer tegen de zon in lees en omdat ik niet oplet, te druk met mijzelf in gesprek, zie ik staan dat het "Verscholen Dorp" nog 1,7 km is. Op de kaart zie ik dat ik niet de kortste route hier naar toe volg, maar als eerste rustplaats van vandaag lijkt me dit een goede locatie. Pas bij het bekijken van de foto's zie ik dat er 3,7 km staat. En dan snap ik ook dat ik die 1,7 km wel heel lang vond duren.....


In het bos merk ik dat er een derde oorzaak voor mijn onzekerheid over de te volgen route bij komt. De term "zijpaden negeren" is daar de reden van. Want hoeveel zijpaden zijn dat en welke kruising/viersprong is dan die ene waar ik rechts/links moet. Op de kaart staan niet alle zandpaden aangegeven, de GPS van mijn telefoon registreert alleen maar bos daar waar ik loop en mijn wandel-GPS geeft juist weer te veel paadjes en paden weer. Toch kom ik elke keer weer een markering tegen. Ondertussen heb ik de angst om te verdwalen losgelaten. Ik wandel en dat is waar het om gaat. Ik wandel, ik laat los en ik groei. En dat is wat ik wil bereiken. Het Westerborkpad is een middel, niet het doel. Net na een rondje om een heidevlakte kom ik tot de conclusie dat de kaart en de routebeschrijving niet overeenkomen. Volgens de één ra, volgens de ander la. Ik kies la en dat blijkt goed te zijn. Mijn vertrouwen in mijzelf blijkt gegrond. En dan bereik ik eindelijk het "Verscholen Dorp".

Ik bekijk rustig de bezienswaardigheden, luister mee met een gids die een rondleiding geeft, ga weer alleen verder en strijk uiteindelijk neer op een bankje. RUST!!!!









Tijd voor thee. Op de achtergrond hoor ik de gids praten, zonder hem te verstaan. Na al die uren alleen is dat prettig om te horen. Even later parkeren er twee auto's op de parkeerplaats. Deze twee auto's blijken de voorbode van een groep acht op kamp. Na een gesprekje met de juf, die vraagt of ik ook wacht op een groep, ga ik na het ledigen van mijn kopje thee verder.

Het eerste stuk na het "Verscholen Dorp" kom ik regelmatig een groepje tegen van deze groep acht. Een leuke groep, die vriendelijk gedag zegt en aan de kant gaat voor de eenzame wandelaar.

Ik word de Pas-Opweg opgestuurd en ik vraag mij af of deze naam te maken heeft met de gebeurtenissen in WOII, maar dat wordt me tijdens het wandelen niet duidelijk. Hier wordt dat wel duidelijk.

Omdat mijn hoop op een toilet bij het "Verscholen Dorp" tevergeefs bleek, zit er niets anders op dan een dikke boom te zoeken. Net als ik klaar ben met lozen, begint het te regenen. Omdat ik mijn rugzak nog niet op mijn rug heb gehesen, kan ik snel bij mijn regenjas. En dat is maar goed ook, want er volgt een heftige bui met zelfs enkele hagelstenen. Zo snel als de bui ontstond, is hij ook weer verdwenen en schijnt ook de zon weer. Het lukt mij om al lopend mijn regenjas weer uit te doen. Ondertussen schijnt de zon weer volop en ik geniet van de omgeving en de rust. En dan hoor ik achter mij geroezemoes. Het blijkt de groep acht van het "Verscholen Dorp" te zijn. Ik maak dan net een foto van een ANWB-paddenstoel en ik doe dus een stapje opzij om de groep te laten passeren. En dan blijkt het echt een leuke groep acht te zijn. Veel kinderen zeggen gedag of geven aan dat ze mij vandaag al eerder gezien hebben. Ook wensen ze mij een prettige wandeling, Dit geeft mij nieuwe energie. En zo bereik ik Nunspeet weer. Uren gewandeld en weer terug bij het startpunt. Ik vind dat ik nu wel een beloning heb verdiend en trakteer mezelf op een patatje met en een cola. Heerlijk!




Om het toilet te bezoeken moet ik een trap af en dat vinden mijn knieën niet leuk. Ze voelen stijf en protesteren flink als ze de trap af en weer op moeten. Maar de afstand naar 't Harde is 11,5 km en die afstand durf ik met protesterende knieën wel aan. En dan blijkt maar weer dat het goed is dat ik niet in de toekomst kan kijken.

In Nunspeet loopt de route door het centrum. Dit om het herdenkingsmonument in de route op te nemen. Daarna blijkt dat het Belvédèrebos zich nog veel verder uitstrekt, want net als gisteren kom ik in dit bos terecht. Het is nog net zo mooi als gisteren en ik ben blij dat de ondergrond redelijk verhard is. Mijn knieën, met name de linker, gaan steeds harder protesteren. Ik vermoed dat het een combinatie is van ploeteren door het zand en versleten schoenen (dus gebrek aan demping) waardoor overbelasting is ontstaan.



Aan die conclusie heb ik overigens helemaal niets in het bos tussen Nunspeet en 't Harde. Want hoe leg ik iemand uit waar ik mij bevind. Daarnaast wil ik helemaal niet uitleggen waar ik mij bevind, ik wil wandelen. Na anderhalf uur bos kom ik een bankje tegen. Ik zit hooguit tien minuten, maar ondanks de korte rust is het opstarten een ramp. Mijn linkerknie wil niet meer. Eenmaal in beweging, gaat het steeds beter, maar ik heb wel eens makkelijker en prettiger gewandeld.

En dus krijg ik even vreselijk medelijden met mezelf. Zeker als ik even later een zandvlakte moet oversteken. Had ik al gezegd dat ik geen fan ben van wandelen door het zand????? NOU DAT BEN IK DUS ECHT NIET!!!!!

En dan begint het ook nog eens te druppen. Gelukkig blijft het bij druppen en ondanks mijn misère besef ik dat ik mij in een fantastische omgeving bevind en dat de weersomstandigheden prachtige plaatjes opleveren. Met wolken in een staalgrijze tot een helderblauwe lucht.




Na het oversteken van de zandvlakte voel ik mijn knieën nog meer en ondanks het feit dat ik zo snel mogelijk naar mijn gastadres wil, besluit ik om toch nog even te gaan zitten. Om te voorkomen dat ik weer flinke opstartproblemen heb, blijf ik mijn benen heen en weer zwaaien terwijl ik op het bankje zit.

Ik gebruik deze rust ook om de route naar mijn gastadres te bepalen. Ook nu is het niet nodig om helemaal door te lopen naar het station.



Eenmaal weer op weg kan ik wel janken. Ondanks mijn gezwaai willen mijn knieën niet meer. En dus zijn verstand en gevoel in hevig conflict met elkaar. Want ik (gevoel) wil nog een aantal dagen wandelen, maar de knieën (verstand) geven duidelijk aan dat er een grens is bereikt. En dus loop ik worstelend met mijzelf door. Tegen de tijd dat ik mijn gastadres bereik heb ik besloten dat ik morgen op de trein naar huis stap. Tenminste als ik mijn verstand de overhand geef.

Maar als blijkt dat mijn onderkomen een eigen huisje is, waar ik kan komen en gaan wanneer ik wil. Waar ik de beschikking heb over een eigen stukje tuin en waar ik ben voorzien van alle hedendaagse luxe, besluit ik om sowieso de twee nachten die ik had gepland hier te blijven.

Volgens mijn gastvrouw is de kortste route naar Elburg, de etappe van morgen, maar drie km. Afhankelijk van hoe de knie voelt kan ik dus kiezen hoe lang ik er over doe om Elburg te bereiken. En ook terug zijn er vele wegen die naar Rome mijn gastadres leiden.

Na een welverdiende hete douche voel ik mij al een stuk beter. Omdat ik twee nachten in dit onderkomen blijf en omdat er morgen een korte etappe op de planning staat, was ik mijn kleding uitgebreid. Die kan morgen fris weer aan.

Ik geniet van het alleen zijn en besluit om voor morgen geen wekker te zetten. Door het royale onderkomen heb ik alle tijd aan mijzelf en door de locatie kan ik de etappe van morgen zo lang of zo kort maken als mijn knie toelaat. Eigenlijk ben ik gewoon een bofkont.




woensdag 29 april 2015

Westerborkpad 7

De wekker heb ik op kwart voor 7 gezet, maar ik ben voor die tijd al wakker. Ik volg mijn opstarten-voor-het-wandelen-ritueel en om half acht zit ik aan mijn ontbijt. Na het ontbijt vul ik mijn thermosfles met heet water en mijn bidon met koud water. Ik hijs mijn rugzak op mijn rug en zet de GPS aan. Ik ben klaar voor vertrek.

Het eerste stukje is naar het station van Putten. Hier heb ik geen routebeschrijving voor nodig, want het is alleen maar rechtdoor. Al snel ben ik bij het station en kan ik starten met de volgende etappe. Die brengt me al snel naar kasteel de Vanenburg. Dit kasteel is nu een hotel, maar heeft in de oorlog dienst gedaan als werkkamp. Er is niet veel bekend over dit kamp, maar als ik nu de luxe van het hotel zie, is het helemaal niet voor te stellen hoe het toen geweest moet zijn.





Via bos en heide en langs de spoorlijn ga ik richting Ermelo. Ik passeer het station, waar nog niets open is en ik ga dus maar op zoek naar een bankje. Na een hapje en een drankje ga ik weer verder. Ik kom langs een monumentje uit de oorlog (foto) en besluit een klein stukje verder om even van de route af te wijken. verderop langs de weg staat een groot bord met de tekst OPEN bij een horecagelegenheid. ik hoop dat ik daar gebruik mag maken van het toilet. Helaas zijn mijn inspanningen tevergeefs. Ondanks het grote bord is de boel op slot. Een bordje op de deur geeft aan dat ze om twaalf uur open gaan en het is nu kwart voor elf!!!!! Mopperend over dat stomme bord met de tekst OPEN ga ik terug naar de route. Gelukkig is de nood nog niet heel hoog, maar het was wel prettig geweest om iets te lozen.







De route gaat verder over een fietspad langs het spoor (alweer) en die moet ik volgen tot een spoorwegovergang. Maar dat gaat niet lukken, het fietspad is afgesloten. met behulp de aangegeven omleiding, de kaart en gezond verstand kom ik weer op de juiste route. In Harderwijk word ik met een omweg naar het station gestuurd. Deze omweg stuurt me langs de joodse begraafplaats. Voor ik daar ben, zorg ik dat ik een steentje heb om achter te laten op een grafsteen.




De begraafplaats is klein en ligt ingeklemd tussen de bebouwing. Toch heerst er rust. Ik zie een aantal vrij recente graven, maar ook een aantal uit de oorlog en nog oudere graven. Omdat de levensverhalen van een aantal mensen in het boekje beschreven staan, is het vreemd om hun namen op een grafsteen te zien staan. Het voelt toch of je ze een beetje kent. dat ik niet de enige ben die dit zo ervaart blijkt uit de vele steentjes die op deze grafsteen liggen. Ik besluit om mijn steentje op een andere grafsteen te leggen. Een grafsteen waar nog geen steentje op ligt. Elke dode is het waard om herdacht te worden.





Na de begraafplaats ben ik al snel op station Harderwijk. Gelukkig is daar een toilet, daar maaik ik gebruik van en dan ga ik weer snel verder, ik zoek in het centrum wel een terassje. En dat vind ik. Tijd voor thee een een tosti.



Na de pauze kom ik wat moeilijk op gang. De koude wind heeft mijn spieren geen goed gedaan. Gelukkig is er nog veel te zien in Harderwijk, dus ik kan rustig opstarten. Bijzonder vind ik om te zien, dat op de rand van de herdenkingssteen tegen de gevel van de synagoge ook steentjes zijn neergelegd. Ik vind dit een bijzonder mooi gebruik van de Joodse bevolking.

Ik slinger wat heen en weer door Harderwijk tot ik van de routebeschrijving de opdracht krijg een fietspad langs de spoorbaan te volgen. En dat gaat kilometers lang zo door. En dan is de routebeschrijving onduidelijk vind ik. Ik moet een loopbrug over, volgens de markering, maar deze loopbrug staat niet in de beschrijving. Als ik bij de rolstoelroute zie staan dat deze bij de loopbrug rechtdoor gaat, neem ik aan dat het klopt. Gelukkig zie ik na de loopbrug ook weer markeringstekens staan, want ik zie het niet zitten om al die treden nog een keer te nemen.

Eenmaal de loopbrug over kom ik in de Harderwijkse bossen. En ik blijf het onvoorstelbaar vinden dat ik geen mensen tegenkom. Ik hoor af en toe een trein, ik hoor de auto's op de A28, maar ik ben hier helemaal alleen. Bijzonder. Na verloop van tijd moet ik markeringen van Natuurmomenten volgen. Ik ben benieuwd.









Het is af en toe ene beetje zoeken, maar ik heb al snel door dat natuurmomenten zuinig is met markeringen en dat als er geen markering staat dat dat betekent dat ik het pad gewoon moet vervolgen. Van de kaart word ik niet wijzer, want de kleine paadjes die ik moet volgen staan daar niet op. En dus moet ik weer loslaten en er op vertrouwen dat ik de markeringen blijf tegenkomen. En dat is het geval. Ik tref bijzondere merktekens in de route, beschreven in de routebeschrijving, elke keer weer aan. Als ik uiteindelijk op een parkeerplaats kom met een bankje besluit ik dat het tijd is voor thee. Dit blijkt een goed besluit, want het stuk dat hierna volgt is zwaar. Eerst een stukje bos, dan een stukje hei en dan het Hulshorsterzand. Woestijn op de Veluwe. Prachtig om te zien, maar wat een ellende om daar te wandelen. Ik moet de bruine-pijltjes-route volgen en die pijltjes zitten op palen die willekeurig op de zandvlakte lijken te staan.

Ik ploeter dus elke keer door naar de volgende paal en ben elke keer bang dat er dan geen bruin pijltje op blijkt te zitten. Maar gelukkig gaat het allemaal goed. Nadat ik de zandvlakte ben overgestoken, volgt nog een stukje bos en dan eindelijk kom ik in de bewoonde wereld en kan ik de markering van het Westerborkpad weer volgen. Ook nu ben ik blij als ik een bankje zie, want dat stuk woestijn vond ik knap zwaar wandelen.







Na deze korte rust is het tijd voor de laatste loodjes van vandaag. Eerst naar station Nunspeet en dan naar R, waar mij een maaltijd wacht. Ik krijg een uitsmijter en warme appeltaart toe. Maar voor het zover is, moet ik eerst het Belvédèrebos door. De routebeschrijving stuurt me over een bospad naast het fietspad, maar ik neem het fietspad naast het bospad. Na het Hulshorsterzand heb ik wel even genoeg zand onder mijn voeten gehad.

Na het bos volgt een stukje industrieterrein en dan zie ik het station. En nu door naar mijn diner. Als ik daar eindelijk aankom, heb ik net geen 38 km op de teller staan. Ik heb diep respect voor de militairen die de Nijmeegse lopen. Mijn rugzak weegt exclusief drinken elf kilo. Een gewicht dat de militairen elke dag op hun rug hebben tijdens de N4D. Dat heb ik vandaag dus ook ervaren. Best zwaar......

Na een gezellig maaltijd vertrek ik. Ik heb stijve knieën, maar de ruime kilometer naar mijn slaapadres is snel afgelegd. Na een kopje thee met mijn gastvrouw, een hete douche en even bladeren in een tijdschrift duik ik mijn bed in. Volgens mij slaap ik al voor mijn hoofd mijn kussen raakt.