zaterdag 5 mei 2018
Na een stevig ontbijt vertrek ik tegen 9 uur. Die lange kilometer van gisteren valt nu reuze mee en voor ik het weet, zit ik weer op het Jabikspaad. Dat zou ook zo’n beetje de enige makkelijke kilometer van de dag worden. Ik kom niet in mijn ritme. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat ik al voor ik er 5 km op heb zitten aan de thee zit op een stempelplaats.
Via Mildam en
het voormalig landgoed Oranje Wouden ga ik verder. Er zit lood in mijn voeten
en stroop in mijn benen. Mijn hoofd probeert aan mijn onderdanen duidelijk te
maken dat er nu nog niet gerust gaat, ze zijn pas weer 3 km op weg. Ik maak een
kleine uitzondering voor museum Belvédère, maar alleen om het toilet te
bezoeken en om een stempel te scoren. En dan weer door, langs een plaquette van
de pelgrimsweg richting De Knipe. Ik tref een andere wandelaar, maar dat is van
korte duur, waar ik links moet, gaat hij rechts. Ik wilde dat ik ook rechts had
gemoeten, want ik kom in een hardloopwedstrijd terecht. Ik krijg het dringende
verzoek om aan de kant te gaan, de berm bijvoorbeeld, maar daar begin ik niet
aan. Ik ben blij dat ik nog vooruit kom, ik blijf zoveel mogelijk aan de kant
en de meeste hardlopers lopen toch middenop.
Ik ben blij als
ik de route van de hardloopwedstrijd weer verlaat en ik ben nog blijer als ik
in Heerenveen op een terras kan gaan zitten. Ik bestel een uitsmijter en vraag
mij af wat het vandaag moet gaan worden. Ik ben nog niet eens op de helft en u
al gaat het moeizaam. Ach, ik blijf maar bij mijn oude mantra, zolang je de ene
voet voor de andere blijft zetten, kom je vooruit.
Als ik weer
verder ga, zijn het lood en de stroop nog aanwezig en nog veel vervelender, de
wind is afwezig. Ik worstel met mezelf, zeg tegen mijn benen dat ze mee moeten
gaan werken, maar aan de andere kant wil ik niets liever dan zitten.
Het Dodobos
brengt even afleiding en ik denk erover om bij de Dodokapel even te gaan
zitten. Maar als ik zie dat ik voor een bezoek aan de Dodokapel van de route af
moet en als ik zie hoever dat lopen is, sla ik over. Laat ik het mezelf niet
moeilijker maken dan het is. Wel blijft dat rusten in mijn hoofd zeuren, maar
op dit moment kan ik alleen in het lange gras in de brandende zon gaan zitten,
dus ploeter ik voort. En dan eindelijk, een bankje in de schaduw. Wat een
weelde. Van deze rust knap ik op!!!
Als ik verder
ga, loop ik weer iets makkelijker en zie ik weer iets meer van de omgeving. Dat
blijkt dan weer niet helemaal een voordeel te zijn, want ik zie in de verte een
watertoren en die heb ik ergens in de beschrijving ook gezien, volgens mij vlak
voor Akkrum, mijn eindpunt van vandaag. Ik pak de routebeschrijving erbij en
het klopt dat de watertoren vlak voor Akkrum zit. Alleen moet ik eerst nog de
andere kant op naar Aldeboarn voor ik naar Akkrum ga. Kleine tegenslag dus. Ik
besluit om niet meer naar de watertoren te kijken voor ik Aldeboarn bereikt
heb. Eenmaal in Aldeboarn neem ik een korte pauze en tank ik wat cafeïne, op
naar de watertoren, op naar Akkrum.
De weg die ik
bewandel is prachtig en langzaam maar zeker begin ik weer een beetje te
genieten. Eenmaal in Akkrum weet ik dat ik de gehele bebouwde kom nog moet
doorkruisen en dat ik dan nog ongeveer een kilometer moet lopen tot de afslag
naar mijn overnachtingsadres. Het beetje zin dat er was, verdwijnt bij dit
idee. O ja, ene been, andere been……
Gelukkig is
mijn overnachtingsadres geweldig. Er wacht een pipowagen op mij en die is
helemaal voor mij alleen. Ik word er helemaal blij van, zeker omdat mijn
gastheer en gastvrouw ontzettend hartelijke mensen zijn.
En als ik dan
ook nog eens heb gedoucht en mijzelf heb voorzien van een shotje bruine melk,
glijden al snel mijn oogjes toe. Welterusten!!!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten