Naar Purper:


JE MOET ZEILEN OP DE WIND VAN VANDAAG. DE WIND VAN GISTEREN HELPT JE NIET VOORUIT, DE WIND VAN MORGEN BLIJFT MISSCHIEN WEL UIT! tekst en uitvoering: PURPER

Ik hou van motto's, hoewel ik niet iemand ben die ze zelf verzint. Liever zoek ik naar bestaande motto's die aansluiten bij mijn (manier van) leven. De tekst van Purper is al sinds jaren mijn handelsmerk, maar sinds ons bezoek aan de musical "Soldaat van Oranje" is daar een tweede motto aan toegevoegd: Morgen is Vandaag! Eigenlijk zeggen beide motto's hetzelfde. Geniet nu, leef nu, doe nu!!! En dat blijf ik proberen!!!!!

woensdag 12 februari 2020

THUIS

Thuis heb ik nog een ansichtkaart
Waarop een kerk een kar met paard
Een slagerij J. van der Ven
Een kroeg, een juffrouw op de fiets
Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets
Maar het is waar ik geboren ben

Het Dorp, Wim Sonneveld

Dit liedje speelt al weken door mijn hoofd, niet omdat de tekst van toepassing is op de situatie, maar het gevoel dat dit liedje met zich meebrengt, is wel van toepassing. Nu Paps en Mams verhuisd zijn en hun oude huis wordt leeggehaald, besef ik ineens dat het niet alleen hun huis is, maar ook het huis uit mijn jeugd, MIJN ouderlijk huis.
En hoewel ik er op “pas” op mijn negende kwam wonen en ik al langer in het huis woon waar ik nu woon, dan dat ik in mijn ouderlijk heb gewoond, was het wel nog steeds mijn ouderlijk huis.

En de laatste weken nam ik langzaam afscheid. Ten eerste omdat ik de afgelopen weken een paar keer heb geholpen met het uitzoeken, opruimen, wegbrengen en verhuizen. Daarnaast was het al wel duidelijk dat Paps en Mams daar niet meer woonden. ’s Ochtends als ik langs reed op weg naar mijn werk, zag ik niet al van verre het licht branden, zat Paps niet in zijn stoel de krant te lezen en stonden er geen auto’s onder de carport. Als ik ’s avonds weer naar huis reed, zag ik geen licht branden door het zijraam als ik de flauwe bocht verderop in de weg nam en ook de planten verdwenen uit de vensterbank en de schilderijen van de muren. Ik werd stukje bij beetje al geconfronteerd met het afscheid.
Toch was ik nog niet zover dat ik de sleutel inleverde bij Paps en Mams, dat stelde ik uit en uit en uit. Tot vanavond….. Ik stapte op de fiets om nog één keer in mijn eentje door het huis van jeugd te dwalen. Een huis dat leeg en kil en hol was, maar toch gevuld met herinneringen.

En dat begint al bij de oprit. Het "sierlijke" stukje aan het begin van de oprit is gelegd door mijn grote jeugdliefde. En hoewel deze relatie stukliep, bewaar ik er nog altijd mooie herinneringen aan. Ik heb dan ook nooit een vervelend gevoel gehad bij dat stukje oprit, sterker nog, als ik er bewust bij stilstond (wat de laatste jaren zelden het geval was) dan werd ik er blij van.



Om het echte afscheid nog even uit te stellen, liep ik eerst een rondje door de tuin. Ik stond even stil bij de vijver, uitgegraven door de drie schoonzoons van Paps en Mams. Waarbij één van de schoonzoons zo enthousiast bleef graven, dat de dochter die bij deze schoonzoon hoorde Paps ging halen met de mededeling: “Je moet nu komen zeggen dat hij moet stoppen met graven, anders zit hij straks in Australië.” Australië hebben we weten te voorkomen, maar dat deel van de vijver was goed diep.



Ook de brug over vijver roept herinneringen op. Toentertijd zo groot en breed dat we hem gekscherend de Golden Gate Bridge noemden. En het feit dat de kleinkinderen niet alleen over de brug mochten lopen als ze nog geen zwemdiploma hadden. Ik durf met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te zeggen dat alle kleinkinderen die regel hebben overtreden.


Na mijn rondje door de tuin ga ik toch maar naar binnen. Ik zie de deur naar de deel en bedenk ineens dat dat randje mij een hoop ellende heeft bezorgd. Ooit verstapte ik mij daarop en scheurde ik mijn enkelbanden. Die enkelbanden hebben mij van mijn dertiende tot mijn achttiende ellende bezorgd, tot ik uiteindelijk geopereerd werd en de hypermobiliteit voorbij was.



Eenmaal binnen weet ik niet zo goed waar ik moet beginnen. Ik besluit om eerst mijn oude kamer op te zoeken. En hoewel die kamer er totaal anders uitziet als toen ik het huis verliet, zie ik mijzelf weer achter mijn bureau zitten, huiswerk makend of tekenend, ondertussen naar buiten kijkend. Het uitzicht is nog steeds hetzelfde, maar toch ook weer niet. Het gebouw is hetzelfde, maar het lijkt wel alsof zelfs de buren willen benadrukkend dat alles verandert, ze zijn namelijk bezig met onderhoud, waardoor het witte gebouw niet meer helemaal wit is. Dat is niet de enige verandering, vroeger was dit het gemeentehuis, nu het Kinderdagverblijf. Hetzelfde Kinderdagverblijf waar de schatjes ook naartoe gingen en waar op een bepaald moment alle kindertjes opa en oma riepen naar Paps en Mams, net zoals de schatjes deden.



Eenmaal weer beneden bedenk ik ineens dat Dochterlief hier, in de woonkamer haar eerste stapjes zette, Kerst 2002, of dat de Wandelkerel hier als kereltje van anderhalf stond te dansen op het ritme van de stencilmachine. Ik denk aan de keren dat mijn zusjes en ik Paps uitlachten als hij in zijn stoel in slaap viel en zijn plaatje met voortanden uit zijn mond zakte, geen gezicht.


Ik sta nog een poosje te dromen in de woonkamer en dan is het klaar. Resoluut draai ik mij om en verlaat ik het huis. Klaar, over en voorbij. Tijd voor een nieuw hoofdstuk en voor nieuwe herinneringen. Maar de "oude" herinneringen neem ik mee.


Dit is al wat er bleef voor mij
Een ansicht en herinneringen
Toen ik langs het tuinpad van m'n vader
De hoge bomen nog zag staan
Ik was een kind, hoe kon ik weten
Dat dat voorgoed voorbij zou gaan

1 opmerking:

Cornelia zei

Wat een mooi eerbetoon aan het huis van je jeugd.