Deze ochtend word ik om kwart voor zes wakker. Dat heeft niets met de temperatuur te maken, maar alles met mijn blaas. Gelukkig hoef ik nog niet zo nodig naar het toilet, want als ik mij eenmaal uit mijn slaapomgeving heb gewurmd, lig ik er niet zomaar weer in.
Ik lig in een slaapzak, in een lakenzaak, op een matje, onder een deken en dan tussen een goud-zilverdeken, ik ben elke avond blij dat ik geïnstalleerd ben.
Half dommelend luister ik naar de kippen even verderop en naar de koeien van de nog meer verderop gelegen boerderij. Daarbij ritselt er af en toe iets door de bosjes en worden de vogeltjes ook wakker, het is een bijzonder concert zo 's ochtends vroeg.
Ik hou het nog een uurtje vol en dan ontmummificeer ik mijzelf. Op weg naar het toiletgebouw kom ik helemaal niemand tegen, de andere kampeerders liggen nog op een oor, best verstandig want het is koud. Terug bij mijn entje ze ik eerst water op voor thee, dan heb ik in ieder geval iets warms.
De goud-zilverdeken doet zijn isolerende werk goed, het nadeel is alleen dat er condens van mijn warme lichaam achterblijft, waardoor er druppeltjes op de binnenkant van deze deken komen, die, zodra ik mij beweeg de andere deken nat maken. En ik vind het niet zo'n probleeem om mijn tentje een beetje vochtig in te pakken, zodra die 's avonds weer staat is-ie binnen no-time droog, maar de deken vochtig inpakken is wat anders, die is 's avonds niet zomaar weer droog. En dus hing ik beide dekens over een picknicktafel on te laten drogen. Helaas had ik op mijn plekje geen ochtendzonnetje, dus ik gebruikte ook maar mijn handdoek om de boel wat droger te krijgen, die kan ik wel aan mijn tas hangen, droogt-ie onderweg wel. Uiteindelijk duurde het me toch allemaal wat te lang, ik zie dus vanavond wel hoe droog alles is.
Al met al was het bijna negen uur eer dat ik de camping verliet, best laat als je nagaat hoe vroeg ik wakker was. Na een paar honderd meter werd ik een bospad opgestuurd en daar huppelde een haas lange tijd voor mij uit, het blijft bijzonder zoiets. Na het bos volgde een weg langs/door de Esch, ook dit was genieten.
Na een kilometer of vijf kwam ik in Hellendoorn. Het was hier relatief rustig, maar bij de plaatselijke horeca was het al een drukte van belang, er werd vanalles opgebouwd en klaar gezet voor Koningsdagactiviteiten. Of ik nu niet goed oplette of dat er een springkussen voor de markering stond, weet ik niet, maar ik miste een afslag. Gelukkig had ik het snel door en met twee keer rechts en een keer links zat ik weer op de route.
Na een paar bochten was ik Hellendoorn weer uit en volgde ik een lang recht fietspad door het bos. Ik liep lekker en neuriede wat voor mij uit. Af en toe werd ik ingehaald door fietsers, veelal met kindertjes in het oranje, het was duidelijk dat Koningsdagactiviteiten weer mogen.
Eenmaal onder het spoor door en over de weg heen kom ik bij een royale picknickplaats en omdat ik er al zo'n tien kilometer op had zitten was dit een mooie plek voor een pauze en een groen toilet.
Vlak na de picknickplaats is het Joods monument ter nagedachtenis aan werkkamp Twilhaar. Ook hier sta ik even stil en laat ik een steentje achter. Ik kijk nog even bij de schaapjes van de nabijgelegen schaapskooi en dan gaat het weer verder.
Wat volgt is toch wel een van de mooiste stukken van vandaag, over de hei op de flank van de Haarlerberg. De omgeving is zeer afwisselend, het zonnetje schijnt en ik loop hele stukken zonder iemand tegen te komen. Ik begin spontaan het liedje "Ik ben zo blij dat ik een stukje van de wereld ben" te neuriën. Het is maar beter ook dat ik neurie, want ook hier mis een stukje van de tekst.
Na de hei volgt weer bos en even later staat er een prachtige zetel voor mij klaar. Net als ik zit is het ineens een drukte van belang, er komen binnen twee minuten meer dan tien wandelaars langs en daarna komt er gedurende mijn hele pauze niemand meer. Vreemd hoe dat gaat. Na mijn pauze kom ik wat moeizaam weer op gang, maar er is gelukkig niemand die dat ziet.
Via de top van de Holterberg gaat het (weer) naar de Oude Hellendoornseweg en deze brengt mij (kilometers lang) in een rechte lijn naar Holten. Gelukkig zijn het wel mooie kilometers. In Holten loop ik even een AH binnen, zodat ik wat lekkers heb voor op mijn crackers en daarna eet ik, gezeten op een bankje, mijn verlate lunch.
Er staat een groot podium, maar er is daar nog niets te doen, dus voor het vertier hoef ik niet in Holten te blijven en dat doe ik dan ook niet. het is nog een paar kilometer tot de camping waar ik vannacht wil verblijven, dus het zijn de laatste loodjes van vandaag.
En dat blijkt, want ik ben er al vlot. Ik zoek mijn plekje nu zo uit dat ik nu het avondzonnetje heb en morgenochtend het ochtendzonnetje. Dat kan omdat ik tot nu toe de enige ben op het trekkersveldje. Als mijn tentje staat, neem ik een douche en dan ik installeer ik mij op de aanwezige stoelen. Omdat ik alleen ben, gebruik ik er drie: een voor mijn kont, een voor mijn voeten en een als tafel. Ik voel me de koning te rijk. En omdat het Koningsdag is, mag ik van mijzelf ook een beetje huppelwater in mijn cola.
En zo genietend in het zonnetje schrijf ik mijn verslag. Ik ben bang dat mijn diner gata bestaan uit kaas, worst en noten, ik heb geen zin om te koken.
Als de zon om een uur of acht achter de bomen verdwijnt wordt het snel fris. Ik wil eigenlijk in mijn bed liggen voor ik het echt koud krijg, maar ik heb de eigenaren nog niet gezien en dus ook nog niet betaald. Ik waag er maar een telefoontje aan. Het blijkt dat ze op een feestje zijn, maar ze zeggen toe met een uurtje thuis te zijn. Dat uurtje breng ik door met rondjes lopen over de camping, mijn spullen organiseren, mijn tanden poetsen en nog meer rondjes lopen over de camping.
En inderdaad, met een uurtje zijn de eigenaren er en worden de administratieve zaken afgehandeld. daarna kruip ik lekker mijn bed in, daar is het heerlijk warm. Op naar de laatste dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten