Naar Purper:


JE MOET ZEILEN OP DE WIND VAN VANDAAG. DE WIND VAN GISTEREN HELPT JE NIET VOORUIT, DE WIND VAN MORGEN BLIJFT MISSCHIEN WEL UIT! tekst en uitvoering: PURPER

Ik hou van motto's, hoewel ik niet iemand ben die ze zelf verzint. Liever zoek ik naar bestaande motto's die aansluiten bij mijn (manier van) leven. De tekst van Purper is al sinds jaren mijn handelsmerk, maar sinds ons bezoek aan de musical "Soldaat van Oranje" is daar een tweede motto aan toegevoegd: Morgen is Vandaag! Eigenlijk zeggen beide motto's hetzelfde. Geniet nu, leef nu, doe nu!!! En dat blijf ik proberen!!!!!

zondag 28 februari 2021

NoorderRondTochten dag 4, route 3

De wekker stond vandaag extra vroeg, ik moest nog mijn voeten tapen, alle spullen inpakken en het huisje netjes achterlaten voor ik naar het station zou gaan. Ate en ik hadden afgesproken dat we de trein van 7.37 uur naar Uithuizen zouden nemen, dus reken maar uit. Toch had ik de wekker niet nodig, ik werd tien minuten voor hij zou gaan wakker.

En zo vertrok ik mooi op tijd, deze keer in de auto, naar het station, dan kon ik na afloop zo de auto inrollen. Bij het station stond Ate al op mij te wachten en samen liepen we naar het perron. Daar waren we niet de enige wandelaars, er stonden er al meer op de trein te wachten en uit de trein die wij namen, stapten ook weer wandelaars die vandaag de route Winsum-Zoutkamp-Winsum gingen lopen. Ik was alleen maar blij dat ik vandaag de kortste route nog moest. Om heel heel eerlijk te zijn weet ik niet of ik nog wel was gaan lopen met deze voeten als ik vandaag een lange route had moeten lopen of als Ate mij geen gezelschap zou houden. Maar gelukkig was de situatie voor mij gunstig en ging ik op pad voor dag 4.

Het eerste deel van de route vandaag was hetzelfde als het einde van gisteren, dus Uithuizen door naar Doodstil en dan naar de oude steenfabriek, waar dezelfde rust als gisteren op ons wachtte. Het duurde even voor ik op gang was, maar toen dat eenmaal zo was, liep ik weer prima, hoewel ik wel het idee had dat mijn tempo niet zo hoog lag. Maar we kwamen vooruit en dat is het belangrijkste.

Het was ontzettend mistig, waar ik gisteren bij het verlaten van Doodstil het plaatsnaambord van Uithuizen al kon zien, zagen we nu bij het verlaten va Uithuizen helemaal niets in de verte. We kwamen tot de conclusie dat het niet ver vooruit kunnen kijken ok een voordeel heeft, je ziet namelijk ook niet de lange rechte stukken voor je. En via die lange rechte stukken kwamen we op de Kennedymars over de Afsluitdijk en zo liepen we al kletsend door.





Het lange fietspad tussen Doodstil en de oude steenfabriek leek op deze manier een heel een stuk korter dan gisteren en na ruim een uur bereikten we dan ook de rust daar. Tijd voor een bakkie en taart en voor mij natuurlijk een sanitaire stop.......



En zo'n rust is leuk en voor mijn voeten noodzakelijk, maar het op gang komen is dan weer een drama, ik denk dat een schildpad mij had kunnen bijhouden de eerste paar honderd meter. Maar ook nu kwam het weer goed en in Rottum liep ik alweer (bijna) als een kievit.

Ondanks de mist was er genoeg te genieten. We hadden al sneeuwklokjes gezien, maar ook de eerste katjes zaten al aan de bomen en de druppels mist in Ates coronakapsel waren ook mooi om te zien. Ate is bijna klaar voor het liedje "Opa, schud eens met je wilde grijze haren" van K3. Er waren verder nog weinig op mensen op pad, alleen af en toe wat wielrenners, die we natuurlijk net op smalste punten troffen. Maar met goede wil van beide kanten verliep het allemaal soepel.

Ook nu kwamen we weer op een lange weg, niet dat we dat zagen, daar kwamen we pas achter toen we aan het einde waren. En aan dat einde lag Warffum. Ik wilde graag weer naar het toilet en wat eten. Ik merkte echt dat mijn lichaam hard moest werken om mij aan de wandel te houden, er werd vaker om brandstof gevraagd. Bij Spar in Warffum was er gelegenheid tot toiletteren, maar we waren wel te vroeg voor de traktatie, die kon vanaf twaalf uur gehaald worden en het was net elf uur. Geen traktatie dus. Ook hier zaten we even voor we weer verder gingen.






Het gemene was dat de weg iets omhoog liep toen we weer verder gingen, dat vonden mijn voeten helemaal niet leuk, aan de andere kant was ik sneller door de "startpijn" heen hierdoor. Zoals altijd heeft elk nadeel zijn voordeel.

Het vervolg van de route ging langs het water, de Warffumermaar. We hoorden een specht kloppen en toen we even stilstonden ontdekten we hem ook in een boom, het leek een roodbonte specht. Hij klopte even later fanatiek verder, onverstoorbaar verder, en ook wij vervolgden onze weg weer. Het was een mooie weg zo langs het water, af en toe een kronkel en een huis, af en toe fietsers, maar verder erg rustig. De mist werd ook iets minder dik, zodat we steeds iets verder voor ons uit konden kijken.

Ate schrok zich rot toen ik ineens enthousiast begon te zwaaien. Er kwam een auto aan en die auto herkende ik als de auto van Albert. De timing was perfect, want we liepen net ter hoogte van een boerderij waar Albert dus de auto kwijt kon op de oprit. De kofferbak van Alberts auto leek wel een grote toverdoos. Er kwamen stoelen, koffie, thee, koeken en twee bakjes soep uit. Wat een verwennerij!

Albert kijkt een beetje verschrikt....


Na deze privérust gingen we weer verder. De laatste loodjes, een kilometer of zeven, moesten nu toch wel goed komen. We liepen door Onderdendam, waar ik ook weer plekjes herkende van een eerdere Tocht om de Noord. Wat ik mij vooral herinnerde was dat er toen kruidenbitter werd uitgedeeld, jammer dat dat vandaag niet het geval was.




Na Onderdendam slingerden we door de landerijen richting Winsum. De mist was grotendeels opgetrokken, dus we zagen Winsum steeds dichterbij komen. We verbaasden ons over de houten windmolentjes die her en der stonden, bijzonder.

Vlak voor Winsum liepen we nog langs een Joodse begraafplaats en dat bracht bij mij weer herinneringen boven aan het Westerborkpad, en pratend over dat pad bereikten we Winsum. Vlakbij het station deden we een shortcut, het ommetje dat nog in de route zat, had ik al twee dagen gelopen op weg naar het station en ik was vele te blij om de auto te zien. Ik had de finish bereikt!!!








Bij de auto bedankte ik Ate voor zijn aangename gezelschap, wat was ik blij dat hij er vandaag bij was, en vervolgens ging ik in de auto zitten om mijn achterban te vertellen dat ik het gehaald had. Ik ben toch wel trots op mijzelf dat ik met zulke blaren deze 4daagse heb weten uit te lopen. 

Daarna reed ik naar huis. Eenmaal thuis moesten alle tape-, lijm- en Duodermresten van mijn voeten, dus ze gingen in een bak water. Daarna lekker douchen, voeten verzorgen en vervolgens languit de op bank met een kruidenbitter. Ik vond dat ik die verdiend had!

En wat ook verdiend is, complimenten voor de organisatie, wat was het fijn om in deze tijd georganiseerd te kunnen lopen!


zaterdag 27 februari 2021

NoorderRondTochten dag 3, route 2

Vandaag ging ik weer alleen op pad en net als gisteren maakte ik gebruik van de trein om op het beginpunt in Appingedam te komen. Ik had nog even getwijfeld of ik met de auto naar Sauwerd zou rijden, dat scheelde een half uur overstaptijd, maar ik deed het toch niet. Gezien de toestand van mijn voeten liet ik de auto bij Dochterlief, dan zou zij mij kunnen ophalen als het echt niet meer ging.

De dag begon mistig, ik bevond mij in een kleine wereld, maar ik was daar niet alleen, voor en achter mij liepen wandelaars die met dezelfde trein als ik waren aangekomen in Appingedam. Ook vandaag startte de dag langs het water, helaas geen schittering van de zon, wel een beetje mystiek van de mist. Ik wandelde stukjes op met andere wandelaars die mij inhaalden of die ik inhaalde en zo had ik iedere keer toch een beetje gezelschap.






In Garrelsweer liet ik mijn tijdelijke weer alleen om een bezoek te brengen aan het toilet, soms wordt ik er moe van, zo vaak als ik moet, maar ja niet gaan is ook geen optie. Via Garrelsweer kwam ik in Winneweer en tenslotte in Ten Post/Kröddeburen. Hier had ik er ruim tien kilometer opzitten en toen ik een bankje zag, leek mij dat een uitermate geschikt moment om een hapje te eten. 

Ik zat net lekker toen Dochterlief belde. Ze voelde zich beroerd, misselijk en hoofdpijn en ze was bang dat het zou eindigen in migraine, dus ze wilde naar huis. Dat kon ik mij goed voorstellen, in je eentje in een tijdelijk onderkomen zitten als je je niet lekker voelt is niet wat je wilt. Uiteindelijk wist ze te regelen dat haar vader haar zou komen ophalen en ze alvast de nodige spullen meenemen naar huis. Tja, daar ging mijn back-up, ik moest nu wel de hele etappe uitlopen.





Vanaf hier liep ik echt het weidse Groninger land in, vergezichten en veel water. De mist begon een beetje op te trekken, maar het was nog steeds grauw. Toch genoot ik van het wandelen, de voeten hielden zich redelijk goed, ik kon in een gestaag tempo doorlopen en mijn gedachten kronkelden weer lekker. En zo ineens was ik ruim acht kilometer verder en kon ik lekker zitten bij de Vlasschuur in Stedum, waar ook nog eens een kopje thee voor mij klaarstond.

Toen ik even zat, kwamen er nog twee wandelaars aan, gelukkig konden we met zijn drieën op ruime afstand van elkaar aan de picknickbank zitten en zo had ik gezelschap tijdens mijn pauze. Toen er nog twee wandelaars aankwamen, besloot ik om weer verder te gaan, dan konden zij ook even zitten. Ik waarschuwde wel dat het eerste stukje lopen van mij moeizaam zou gaan vanwege blaren, na een rust op gang komen is altijd lastig. Na een paar honderd meter zit alles weer in model en komt langzaamaan de gang er weer in. En inderdaad, toen ik vertrok liep ik als een kruk!







Heel even schoot door mijn hoofd dat ik hier ook de trein zou kunnen nemen, maar ik wist de verleiding te weerstaan. Ik moet die medaille wel echt verdienen. Het vervolg was even wat minder leuk, ik liep langs de N996, niks aan. Gelukkig kreeg ik een appje van Martin en hij wist mij door een paar kilometer heen te praten en toen was ik bijna in Middelstum en moest ik weer gaan opletten.

In Middelstum werd ik langs Borg Ewsum gestuurd om vervolgens richting Kantens te gaan. Er was mij verteld dat er een stukje na Kantens een rustpost zou zijn waar ik een lekker bakkie soep kon krijgen, daar keek ik nu al naar uit. Ook hoopte ik dat ik daar mijn telefoon even zou kunnen opladen, ik had een lege powerbank meegenomen en mijn batterij begon behoorlijk leeg te lopen.

In Kantens had ik ineens een aha-momentje, de molen kwam mij bekend voor van een eerdere wandeltocht. Na het verlaten van Kantens zag ik in de verte een schoorsteen staan en ik bedacht dat die wel eens van de voormalige steenfabriek zou kunnen zijn waar ik de soeprust kon verwachten. En dat bleek zo te zijn. Ik nam plaats in het zonnetje en genoot van mijn bakkie soep, wat een verwennerij!








Ik zat zo lekker dat ik mezelf echt even streng moest toespreken voor de laatste loodjes. Ik moest nog via Doodstil naar Uithuizen. Ik zag vooral op tegen de eerste meters, had ik al eens gezegd dat het met blaren heel lastig op gang komen is na een rust?

Ik vervolgde mijn weg over een fietspad en dat liep lekker, geen hobbels en bobbels, gewoon strak beton. In de verte zag ik Doodstil en Uithuizen en langzaam maar zeker kwamen ze steeds dichterbij. En wat was ik blij dat ik bij het verlaten van Doodstil al het plaatsnaambord van Uithuizen kon zien, het einde kwam in zicht.

Bij de Albert Heijn in Uithuizen kreeg ik weer een tasje met wat lekkers en toen ik de AH verliet zag ik dat ik nog een minuut of vijf had voor er een trein ging. Dat zou krap worden, maar het lukte. Ik kwam tegelijk met de trein op het perron aan, dus ik kon zo doorlopen de trein in, werkelijk perfecte timing.








Eenmaal terug in het huisje haalde ik voorzichtig alle tape en Duoderm van mijn voeten, zodat ik de blaren nog een keer goed kon verzorgen. Op zich zag het er allemaal goed uit, maar het leek mij wel beter om pas morgenochtend alles weer af te plakken. Ik gebruikte dus de tijd om alle tape al op maat te knippen en om al zoveel mogelijk op te ruimen, ik zou na het wandelen niet meer terugkomen in het huisje. Ik was wel blij dat ik morgen de kortste afstand nog moest lopen en dat ik morgen gezelschap zou krijgen van Ate, want het was best een pittige dag geweest vandaag.

Dus op tijd naar bed, morgen fris weer op!