Naar Purper:


JE MOET ZEILEN OP DE WIND VAN VANDAAG. DE WIND VAN GISTEREN HELPT JE NIET VOORUIT, DE WIND VAN MORGEN BLIJFT MISSCHIEN WEL UIT! tekst en uitvoering: PURPER

Ik hou van motto's, hoewel ik niet iemand ben die ze zelf verzint. Liever zoek ik naar bestaande motto's die aansluiten bij mijn (manier van) leven. De tekst van Purper is al sinds jaren mijn handelsmerk, maar sinds ons bezoek aan de musical "Soldaat van Oranje" is daar een tweede motto aan toegevoegd: Morgen is Vandaag! Eigenlijk zeggen beide motto's hetzelfde. Geniet nu, leef nu, doe nu!!! En dat blijf ik proberen!!!!!

zaterdag 27 februari 2021

NoorderRondTochten dag 3, route 2

Vandaag ging ik weer alleen op pad en net als gisteren maakte ik gebruik van de trein om op het beginpunt in Appingedam te komen. Ik had nog even getwijfeld of ik met de auto naar Sauwerd zou rijden, dat scheelde een half uur overstaptijd, maar ik deed het toch niet. Gezien de toestand van mijn voeten liet ik de auto bij Dochterlief, dan zou zij mij kunnen ophalen als het echt niet meer ging.

De dag begon mistig, ik bevond mij in een kleine wereld, maar ik was daar niet alleen, voor en achter mij liepen wandelaars die met dezelfde trein als ik waren aangekomen in Appingedam. Ook vandaag startte de dag langs het water, helaas geen schittering van de zon, wel een beetje mystiek van de mist. Ik wandelde stukjes op met andere wandelaars die mij inhaalden of die ik inhaalde en zo had ik iedere keer toch een beetje gezelschap.






In Garrelsweer liet ik mijn tijdelijke weer alleen om een bezoek te brengen aan het toilet, soms wordt ik er moe van, zo vaak als ik moet, maar ja niet gaan is ook geen optie. Via Garrelsweer kwam ik in Winneweer en tenslotte in Ten Post/Kröddeburen. Hier had ik er ruim tien kilometer opzitten en toen ik een bankje zag, leek mij dat een uitermate geschikt moment om een hapje te eten. 

Ik zat net lekker toen Dochterlief belde. Ze voelde zich beroerd, misselijk en hoofdpijn en ze was bang dat het zou eindigen in migraine, dus ze wilde naar huis. Dat kon ik mij goed voorstellen, in je eentje in een tijdelijk onderkomen zitten als je je niet lekker voelt is niet wat je wilt. Uiteindelijk wist ze te regelen dat haar vader haar zou komen ophalen en ze alvast de nodige spullen meenemen naar huis. Tja, daar ging mijn back-up, ik moest nu wel de hele etappe uitlopen.





Vanaf hier liep ik echt het weidse Groninger land in, vergezichten en veel water. De mist begon een beetje op te trekken, maar het was nog steeds grauw. Toch genoot ik van het wandelen, de voeten hielden zich redelijk goed, ik kon in een gestaag tempo doorlopen en mijn gedachten kronkelden weer lekker. En zo ineens was ik ruim acht kilometer verder en kon ik lekker zitten bij de Vlasschuur in Stedum, waar ook nog eens een kopje thee voor mij klaarstond.

Toen ik even zat, kwamen er nog twee wandelaars aan, gelukkig konden we met zijn drieën op ruime afstand van elkaar aan de picknickbank zitten en zo had ik gezelschap tijdens mijn pauze. Toen er nog twee wandelaars aankwamen, besloot ik om weer verder te gaan, dan konden zij ook even zitten. Ik waarschuwde wel dat het eerste stukje lopen van mij moeizaam zou gaan vanwege blaren, na een rust op gang komen is altijd lastig. Na een paar honderd meter zit alles weer in model en komt langzaamaan de gang er weer in. En inderdaad, toen ik vertrok liep ik als een kruk!







Heel even schoot door mijn hoofd dat ik hier ook de trein zou kunnen nemen, maar ik wist de verleiding te weerstaan. Ik moet die medaille wel echt verdienen. Het vervolg was even wat minder leuk, ik liep langs de N996, niks aan. Gelukkig kreeg ik een appje van Martin en hij wist mij door een paar kilometer heen te praten en toen was ik bijna in Middelstum en moest ik weer gaan opletten.

In Middelstum werd ik langs Borg Ewsum gestuurd om vervolgens richting Kantens te gaan. Er was mij verteld dat er een stukje na Kantens een rustpost zou zijn waar ik een lekker bakkie soep kon krijgen, daar keek ik nu al naar uit. Ook hoopte ik dat ik daar mijn telefoon even zou kunnen opladen, ik had een lege powerbank meegenomen en mijn batterij begon behoorlijk leeg te lopen.

In Kantens had ik ineens een aha-momentje, de molen kwam mij bekend voor van een eerdere wandeltocht. Na het verlaten van Kantens zag ik in de verte een schoorsteen staan en ik bedacht dat die wel eens van de voormalige steenfabriek zou kunnen zijn waar ik de soeprust kon verwachten. En dat bleek zo te zijn. Ik nam plaats in het zonnetje en genoot van mijn bakkie soep, wat een verwennerij!








Ik zat zo lekker dat ik mezelf echt even streng moest toespreken voor de laatste loodjes. Ik moest nog via Doodstil naar Uithuizen. Ik zag vooral op tegen de eerste meters, had ik al eens gezegd dat het met blaren heel lastig op gang komen is na een rust?

Ik vervolgde mijn weg over een fietspad en dat liep lekker, geen hobbels en bobbels, gewoon strak beton. In de verte zag ik Doodstil en Uithuizen en langzaam maar zeker kwamen ze steeds dichterbij. En wat was ik blij dat ik bij het verlaten van Doodstil al het plaatsnaambord van Uithuizen kon zien, het einde kwam in zicht.

Bij de Albert Heijn in Uithuizen kreeg ik weer een tasje met wat lekkers en toen ik de AH verliet zag ik dat ik nog een minuut of vijf had voor er een trein ging. Dat zou krap worden, maar het lukte. Ik kwam tegelijk met de trein op het perron aan, dus ik kon zo doorlopen de trein in, werkelijk perfecte timing.








Eenmaal terug in het huisje haalde ik voorzichtig alle tape en Duoderm van mijn voeten, zodat ik de blaren nog een keer goed kon verzorgen. Op zich zag het er allemaal goed uit, maar het leek mij wel beter om pas morgenochtend alles weer af te plakken. Ik gebruikte dus de tijd om alle tape al op maat te knippen en om al zoveel mogelijk op te ruimen, ik zou na het wandelen niet meer terugkomen in het huisje. Ik was wel blij dat ik morgen de kortste afstand nog moest lopen en dat ik morgen gezelschap zou krijgen van Ate, want het was best een pittige dag geweest vandaag.

Dus op tijd naar bed, morgen fris weer op!


Geen opmerkingen: