Vergeleken met gisteren konden we vandaag uitslapen, we mochten net na zes uur starten vanaf station Groningen en dat betekende alleen maar een fietsritje van een kwartier. Na het parkeren van onze fiets, zochten we de start. Gelukkig werden we op weg geholpen door een medewerker van de TodN, zodat we al snel de eerste pijl richting de officiële startplaats, de Martinikerk. Op weg daarnaartoe kregen we een appje van Geert Jan, hij en Albert waren al in de kerk en zij vroegen zich af waar wij waren, nou bijna in de kerk dus.
Na een toiletbezoek van mij was het tijd om te vertrekken. We scoorden een startstempel, maar toen we de kerk wilden verlaten, nam ik toch nog even de tijd om een paar foto's te nemen. Zo vaak kom ik niet in de Martinikerk.
We wandelden door een langzaam wakker wordend of juist naar bed gaand Groningen, afhankelijk van de activiteiten die je wilde gaan doen of die je net had gedaan. We verlieten de stad langs het Eemskanaal, waar we ergens halverwege ook nog getrakteerd werden op een gekookt eitje, wat een verwennerij weer. Hoewel, de stad verlaten langs het Eemskanaal bleek niet helemaal waar te zijn, het leek erop, maar Lewenborg bleek ook nog op de route te liggen, dus uiteindelijk was Lewenborg het laatste stukje Stad in onze route.
Na het verlaten van de Stad gaan we door het
bevrijdingsbos, een mooi pad door een bos waar allerlei wetenswaardigheden worden gedeeld met de wandelaars. We verlaten het bevrijdingsbos via een bruggetje en gaan verder over een fietspad. Hier raakt Albert, niet voor het eerst, in gesprek met een andere wandelaar. Het mooie is dat hij zich dan aanpast aan het tempo van de andere wandelaar en dat hij dus ineens op ons uitloopt of juist achterblijft. Dat baart ons verder geen zorgen, zijn stem en manier van praten zijn zo herkenbaar dat we ons pas zorgen gaan maken als we hem niet meer horen en dat gebeurt zelden tot nooit. Ook nu niet, tegen de tijd dat we Thesinge inlopen, sluit Albert zich weer bij ons aan. Bij de bebouwde kom van Thesinge worden we verwelkomd met muziek. De tekst van het liedje is niet moeilijk, dus al zingend lopen we door Thesinge, tot we bij net dorpshuis komen, waar we onze wandelhap krijgen.
We hebben er ruim tien kilometer opzitten, dus deze wandelhap komt mooi op tijd, tijd voor een pauze en een sanitaire stop. Net na de wandelhap komen we langs een prachtige molen, de vrijwilligers begroeten ons enthousiast en vragen ons om binnen te komen en hoewel ik gek ben op molens, sla ik toch maar over, we zijn net weer op gang. Jammer vind ik het wel, maar de onderdanen hebben het moeilijk na twee dagen veertig kilometer en ze moeten er nog dertig, dus ik ben nog even lief voor ze.
We bleven nog een poosje over de Molenweg lopen voor we een andere richting opgingen. Deze andere richting bracht ons direct weer bij een boerderij waar we de stallen mochten bezoeken. de dames daar trokken zich weinig aan van al die wandelaars en hoewel zij een deel van de show zijn, waren de kittens hier voor ons de hoofdact, wat een schatjes........
Na het verlaten van deze boerderij werden we getrakteerd op muziek en binnen no-time waren we bij de volgende boerderij. Ik blijf het bijzonder vinden dat al die mensen (elk jaar weer) hun bedrijf en een deel van hun leven openstellen voor de wandelaars, dat is echt wel een groot deel van de charme van de TodN. We verlieten deze boerderij via een onverhard pad om even later weer verder te gaan over een fietspad richting Ten Boer. Vanaf het fietspad maakten we een ommetje door het Ten Boersterbos en de pluktuin, waar vele soorten fruitbomen stonden. Zomaar weer een bijzonder plekje voor ons.
Vanuit de Pluktuin liepen we Ten Boer binnen, waar het helaas voor ons, erg rustig was. Bij eerdere edities van de TodN was Ten Boer een feestje en wij vroegen ons af of het te maken had met het gegeven dat we er nu op zondag waren. Nou ja, wel of geen vertier, we moesten vandaag veertig kilometer lopen, dus er zat niets anders op dan doorlopen.
En dan kom je toch zomaar weer op een bijzonder plekje. Via het Lutjehoeskespad, met in de bermen prachtige (hoge) begroeiing, kwamen we bij de Lutjehoeskes, oftewel Tiny houses om maar een degelijke Nederlandse term te gebruiken.... Ik vind de Groninger variant mooier.
Na dit bijzondere deel van Ten Boer gingen we weer verder. Ik herkende delen van de route van de NoorderRondTochten die ik februari van dit jaar liep. Ik durf bijna te zeggen dat ik Groningen, door de vele edities van de Todn, beter ken dan mijn eigen provincie Drenthe. Gelukkig is het bijna.....
Net voor Ten Post maakten we uitje naar de boerderij waar wandelhap 2 werd uitgedeeld, we verwachten dat daar ook een sanitaire gelegenheid was, want dit z.ikwijf had weer eens hoge nood, maar helaas was die er niet. Een blik op de kaart wees uit dat er een klein stukje verderop toiletten te vinden waren. Omdat Geert Jan en Mams het warm hadden en iets aan hun kleding wilden doen, lasten zij een korte pauze in. Ik besloot, in overleg natuurlijk, om door te lopen naar de toiletten, we zouden elkaar daar wel weer treffen. En inderdaad, toen ik van het toilet kwam, zaten zij op mij te wachten. We kwamen tot de conclusie dat het nu te vroeg was om (weer) te rusten, dus we gingen snel weer door.
Na Ten Post/Kröddeburen werden we een onverhard en zeer hobbelig pas opgestuurd. Nu zijn Mams en ik echt niet tegen onverharde en hobbelige paden, maar na twee dagen veertig kilometer viel ons dit een beetje (veel) tegen. Man, wat protesteerden onze voeten. Gelukkig hield ook dit pad weer op en kregen we bij Winneweer weer asfalt onder onze voeten. Wat een genot.
We slingerden door Winneweer richting Garrelsweer, waar we bij het dorpshuis onze tweede pauze inlasten. Na ruim twintig kilometer en dus over de helft was dat een mooi punt voor een bakkie leut en allerlei lekkers uit eigen voorraad. Zo genoten we van de tomaatjes en worteltjes uit de tuin van Geert Jan. Zo lekker.....
Ondertussen kreeg Mams wat last van een pijnlijke hiel, ze vermoedde een blaar, maar ondanks de pijntjes kon ze nog wel doorlopen. Ook ik had een pijnlijke plek aan de buitenkant van mijn linkerhiel. Dit had ik wel afgeplakt, maar de druk was daar toch te hoog, waarschijnlijk door een doorzakplek in mijn steunzool, maar met nog minder dan vijftien kilometer op de teller lieten we ons niet tegenhouden door zoiets als blaren.
Gelukkig kwamen we nu weer op voor ons nieuwe plekken, dus afleiding genoeg. We genoten van Borg Ekenstein, wat een prachtig pand, en van de paden die erlangs liepen.
We liepen nog een paar kilometer door en ineens riep Mams heel hard "Au", haar blaar was geknapt. We liepen voor ons gevoel ergens middenin een bos, dus we besloten dat we maar even door moesten lopen tot we een geschikte plek vonden om de blaar van Mams te verzorgen. Die geschikte plek kwam sneller dan verwacht, want na de eerste bocht zagen we een vlag van het Rode Kruis, we waren bij landgoed Ekenstein, waar een EHBO-post was. Gelukkig was het niet druk, zodat Mams direct terecht kon. Natuurlijk plaagden we haar, maar toen de tweede behandeltafel vrij kwam, besloot ik ook om daar gebruik van te maken, toen was ik natuurlijk ook aan de beurt.
En hoewel ik niet veel last had van mijn blaar, schrok ik toch toen ik de foto zag en was ik blij dat ik besloten had tot een behandeling, met nog ruim twaalf kilometer te gaan had die blaar heel vervelend kunnen worden.
Bij het doorkruisen van Appingedam waren we Albert ineens kwijt, hij bleek te zijn uitgeweken voor een toiletbezoek. Hadden Mams en ik dat maar geweten, ook bij ons liep de nood weer op. We gingen dus maar voor de volgende sanitaire stop. Helaas misten we die op de één of andere manier en de volgende officiële pitstop bleek nog kilometers ver. Dus toen we een man voor zijn woning zagen zitten besloot Albert om te vragen of wij dames gebruik mochten maken van zijn toilet. Die meneer keek ons aan zei: "Dat doe ik normaal nooit, maar jullie zijn van harte welkom." En dus liepen Mams en ik met hem mee naar binnen. Hij wees ons het toilet en omdat mijn nood het hoogst was, ging ik eerst. Toen ik van het toilet kwam, trof ik Mams en meneer diep in gesprek. Hij vertelde dat hij in korte zijn vrouw en dochter was kwijtgeraakt en dat hij hen zo miste. Daarom zat hij nu voor zijn huis, al die wandelaars brachten vertier en afleiding en stiekem was hij dus blij met ons verzoek, dan kon hij even een praatje aanknopen. Ik nam dat praatje met liefde over van Mams, zodat ook zij naar het toilet kon. Nadat ook Mams klaar was liepen we met meneer langs de foto's van zijn vrouw en dochter. We stonden er met zijn drieën even stil. Een kippenvelmoment, een moment van verbondenheid met een wildvreemde. We deelden een laatste groet met meneer en toen moesten we weer verder. Dankbaar dat meneer dit met ons had gedeeld en dankbaar dat we meneer een moment van delen hadden kunnen geven. Zal Jacobus stiekem met ons meegelopen zijn vandaag?
Vlak na deze sanitaire stop bereikten we officieel de bebouwde kom van Delfzijl. Dat betekende helaas niet dat de finish al in zicht was, we moesten nog een stevig blokkie om. We slingerden langs het Damsterdiep, op zich wel grappig, omdat we vanmorgen vroeg ook al langs het Damsterdiep liepen, eigenlijk is het Damsterdiep de hele dag in de buurt geweest. Het Damsterdiep bracht ons dan ook langs de scouting van Delfzijl. Daarna maakten we een ommetje door Farmsum, waar in de verte al enkele markante gebouwen van Delfzijl zagen. het hoogtepunt van Farmsum was toch wel de kerk.
Vanaf de kerk was het nog een kilometer of twee naar de finish. Dat gingen we wel redden. Het was eigenlijk alleen een kwestie van om de haven heenlopen. We kwamen nog een keer onofficieel Delfzijl binnen voor we echt aan de laatste loodjes begonnen. Die laatste loodjes bestonden uit de trap naar de haven. Mams was even gestopt om te pinnen, dus toen ik bovenaan de trap stond, zag ik haar en Albert aankomen. Ik was blij met de muziek op de achtergrond, want nu kon ik doen alsof ik danste. Eigenlijek kon ik gewoon niet meer stil staan, maar als je dat aan niemand vertelt, lijkt het net alsof je nog ongelooflijk fit bent, je staat tenslotte te dansen...
Terwijl ik daar bovenaan dus stond te doen alsof ik nog ongelooflijk fit was, hoorde ik Mams onderaan de trap "O nee!" roepen. Zij was dus net zo blij met die trap als ik, maar stiekem moest ik lachen om haar reactie. Dat lachen bleek toch niet zo stiekem te zijn, want de mensen die naast mij stonden, keken mij verbaasd aan. Ik legde de situatie uit en dat mondde uit in een luid applaus voor Mams toen zij boven was.
Op laatste meters wachtte ons nog een welkomstkoor dat langs beide zijden van het pad stond opgesteld en toen zagen we de finish!
Het was weer een fantastische editie van de Tocht om de Noord. Ten eerste omdat er weer georganiseerd gelopen kon worden. Dat was natuurlijk mede te danken aan het fantastische weer. Als we het weer hadden gehad van de tweede dag van de editie van 2019 (regen, regen, regen, regen, regen, regen, regen, reg.........) dan was het een heel stuk onaangenamer geweest. Maar dat weer hadden we niet, dus ik blijf bij genieten vanwege een georganiseerde tocht. Daarnaast was het thema "75 + 1 jaar bevrijding" een mooi thema, met als hoogtepunt Roode School op zaterdag. Ook de voorafgaande Vrouwenmars bracht een extra lading met zich mee. En tenslotte vormden Albert, Geert Jan, Mams en ik een goed team. Een kwinkslag of een schop onder de kont wanneer nodig, maar vooral begrip en respect voor elkaar en elkaars sterke en zwakke punten maakten deze tocht tot een genot.
Wat deze tocht wel aan het licht bracht is dat de wandelconditie de afgelopen periode duidelijk is afgenomen. Waar ik in 2019 de N4D met twee vingers in de neus uitliep, waren deze drie dagen een zware dobber voor lijf en leden. Drie keer veertig kilometer zit duidelijk niet meer in het systeem, maar dat weegt niet op tegen het plezier van de afgelopen drie dagen. En gelukkig kun je conditie weer opbouwen!!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten