Naar Purper:


JE MOET ZEILEN OP DE WIND VAN VANDAAG. DE WIND VAN GISTEREN HELPT JE NIET VOORUIT, DE WIND VAN MORGEN BLIJFT MISSCHIEN WEL UIT! tekst en uitvoering: PURPER

Ik hou van motto's, hoewel ik niet iemand ben die ze zelf verzint. Liever zoek ik naar bestaande motto's die aansluiten bij mijn (manier van) leven. De tekst van Purper is al sinds jaren mijn handelsmerk, maar sinds ons bezoek aan de musical "Soldaat van Oranje" is daar een tweede motto aan toegevoegd: Morgen is Vandaag! Eigenlijk zeggen beide motto's hetzelfde. Geniet nu, leef nu, doe nu!!! En dat blijf ik proberen!!!!!

dinsdag 28 juli 2020

Jacobsweg Nieumegen, Gorssel-Doesburg

Ook deze ochtend werd ik weer verwend met een heerlijk ontbijt, geserveerd in "mijn" appartementje. Na het ontbijt stopte ik de laatste dingen in mijn tas en toen was ik klaar voor vertrek. Ik had al uitgezocht hoe ik weer op de route kon komen en dat was gelukkig maar een klein stukje lopen, dus al snel bevond ik mij weer op de Jacobsweg.


Wat mij gisteren al opviel en vandaag weer, is dat er in de omgeving van Gorssel heel veel zandpaden zijn met indrukwekkende namen, waaraan enorme huizen staan. Ook nu liep ik over een aantal van die zandpaden. Gelukkig waren ze goed te belopen, niet mul of modderig. Na verloop van tijd liet ik de zandpaden achter mij en ging ik verder over het asfalt richting richting Zutphen. Na het oversteken van het Twentekanaal liep ik een klein stukje langs de doorgaande weg, dat was weven wat minder, ik was dan ook blij dat er even later een ventweg lag die ik kon nemen.


Uiteindelijk kwam ik bij de sporen van een rijk verleden, een stukje stadsmuur. Net voor ik daar was, werd ik aangesproken op de schelp aan mijn tas, of ik onderweg was naar Santiago de Compostela. Ik heb maar geantwoord dat dat nu niet op de planning stond, waarop de beste man mij toch maar een "Buen Camino" wenste.



Eenmaal in het centrum van Zutphen werd ik door een hofje gestuurd en daar was een terras, tijd voor thee op dit idyllische plekje. Voor de rest van Zutphen was ik te vroeg, de kerk was nog niet open, dus daar geen stempel, bij de musea aan de overkant kreeg ik te horen dat ik moest wachten tot elf uur. Aangezien het twintig voor elf was en ik al even had gezeten, hield het toen voor mij op. Als ik zou wachten tot elf uur, zou ik nooit meer op gang komen. Ik haalde nog even een broodje uit mijn tas en lopend verorberde ik dat.




Even later belde Dochterlief om het één en ander te bespreken over haar kamer, daar moet volgende week geklust worden, en daarna kon ik weer genieten van wat ik zag. Ik liep nu langs de uiterwaarden van de IJssel en dat was volop genieten. Ook hier werd ik weer aangesproken. Zo leuk die korte gesprekjes onderweg.



Voor mij doemde een N4D-momentje op, ik moest over een enorme brug de IJssel oversteken. Nu was ik de enige wandelaar, dat was wel een groot verschil met die ene vrijdag in juli.




Eenmaal aan de overkant volgde ik een bocht in de IJssel over een fietspad. In eerste instantie liep ik wat verder van het water vandaan en zag ik af en toe een stukje van een schip. Later liep ik vlak langs het water en had ik het volle zicht op de passerende schepen.

Hier werd ik gebeld door de Wandelkerel met het nieuws dat ook hij een kamer toegewezen heeft gekregen. Hè gelukkig, ook hij is onder de pannen komend schooljaar. (En ik mag nog meer klussen volgende week, denk ik.)





Ik genoot nog even op een bankje voor ik verder ging. Mijn bedoeling was om dan maar in Bronkhorst bij de kerk een stempel te scoren en om daar te lunchen. Om in Bronkhorst te komen moest ik met pontje over. Helaas ging het aan de overkant allemaal niet van een leien dakje en heb ik zeker twintig minuten staan wachten. Dat viel niet mee en helaas was het enige bankje al volledig bezet.






Eenmaal aan de overkant had ik wat moeite met op gang komen en ik verheugde mij dan ook op een terras. In Bronkhorst liep ik eerst de kerk in, maar daar was helaas geen stempel te krijgen. Dan maar een plekje zoeken op het naastgelegen terras. En daar trof ik dorpsgenoten, hoe klein is Nederland dan ook weer. Na een kort praatje zocht ik een plekje en bestelde ik een flinke hamburger, krachtvoer voor de laatste elf kilometer.





Vanaf het terras is het ongeveer twintig meter lopen om Bronkhorst weer te verlaten. Na korte tijd op een grindpad kom ik op een schouwpad terecht. En zo ben ik na de drukte van Bronkhorst weer helemaal alleen in het groen, wat een overgang in zo'n korte tijd. Vlakbij een molen steek ik een asfaltweg over om weer verder te gaan op een schouwpad en zowaar kom ik hier een wandelend stel tegen. Natuurlijk wisselen we even wat wetenswaardigheden uit.


Aan het einde van het schouwpad word ik een doorgaande weg opgestuurd en deze moet ik heel lang volgen. Het is er gelukkig niet superdruk, maar ik heb mooiere stukken op de route gehad. Jammer genoeg duurt dit een paar kilometer. Op de kaart zie ik dat ik verderop (tussen twee campings door) naar een dijk word gestuurd en daar begin ik me steeds meer op te verheugen. Het eerste stukje dijk valt nog tegen, het is enorm druk bij de campings, maar als ik die voorbij ben, is er rust. Gewoon omdat ik er zin in heb, ga ik nog even zitten. Op de grond, met mijn rug tegen een hek, uitkijkend over een zijtak van de IJssel. In de verte zie ik de kerk van Doesburg al, het is nog minder dan een uur lopen, maar dit moment is zo genieten. En ik besef weer eens dat het niet gaat om het einddoel, maar om het onderweg zijn.



Na een poosje gewoon gezeten te hebben, ga ik weer door. Nog een kilometer of wat uitkijkend over de IJssel en dan snel Doesburg in. Ik geniet van de mooie panden in Doesburg en het duurt dan ook even voor ik het laatste stukje tot de kerk heb afgelegd. Helaas is de kerk al gesloten, geen stempel dus vandaag, maar de stiltekapel is wel open. Hier ga ik even rustig zitten en vervolgens steek ik een kaarsje op.




Als ik de stiltekapel heb verlaten, zoek ik de route naar mijn slaapadres, vannacht weer via Vrienden op de Fiets, voor deze nacht. Dat is om de hoek bij de kerk, slechts enkele minuten lopen.


Na mijn aanbellen word ik zeer enthousiast en gastvrij ontvangen. Binnen no-time zit ik op de bank met een kop thee geanimeerd met zijn gastheer te praten. Als een uur later zijn man binnenkomt plakken we daar nog een uur aan vast. Uiteindelijk stap ik pas na zeven uur onder de douche.

Na de douche ga ik op zoek naar een supermarkt en avondeten. Het eerste is zo gelukt, het tweede is wat lastiger. Als ik bijna weer terug ben bij mijn slaapadres pak ik maar het laatste terras. Verkeerde keus. Het duurt zo lang voor ik mijn hoofdgerecht heb, dat ik op het punt sta om te zeggen dat ze het maar moeten laten zitten als ik mijn eten krijg. Ik ben over de ergste trek heen en daarnaast heb ik het, door vermoeidheid en gebrek aan vulling in de maag, erg koud gekregen. Ik eet dan ook alleen de groente en de vis op en dan ga ik afrekenen. Ik geef nog wel aan dat ik ervan baal dat ik zo lang heb moeten wachten.

Ik ga bijna rennend terug naar mijn gastadres, warmte wil ik. Zodra ik warm word, word ik duf. Dus snel mijn bed en lekker slapen.

Als je dit op je nachtkastje vind, ga je toch wel heel lekker slapen.

Geen opmerkingen: