Omdat er vanaf het station van Nunspeet twee etappes starten, één naar Vierhouten en één naar 't Harde, moet ik even opletten. Maar met de beschrijving erbij kom ik op de juiste route. Ik merk dat ik soms onzeker word over de te volgen route. Dit heeft twee oorzaken. De eerste is dat er in het routeboekje geen afstanden staan. En met name als ik een lang stuk moet lopen, ben ik bang dat ik en afslag heb gemist. De tweede is dat een markering vaak een stuk na een afslag staat en dan vraag ik mij dus (weer) af of ik goed zit. Ik neem de afslag, twijfel, loop een stukje terug, lees de routebeschrijving nog een keer, ga toch weer verder en vind dan de markering. Pffff, toch goed. En hoe vaker ik goed zit, hoe meer vertrouwen ik krijg in mijzelf, hoe meer ik kan loslaten en hoe makkelijker het wordt om door te lopen.
Hele periodes loop ik in mijn eentje, daar bedoel ik dus mee, zonder een mens tegen te komen. Soms uren lang. Tijd genoeg dus om met mijzelf in gesprek te gaan. Om blij te zijn met mijzelf, om mijzelf te confronteren met mijn minder goede kanten (ongeduld, uitstelgedrag), om mijn werk te overdenken (leerlinggericht, resultaatgericht), om de afgelopen jaren een plekje te geven en om de toekomst in ogenschouw te nemen. En om soms tot de ontdekking te komen dat ik kilometers verder ben zonder concrete dingen te hebben vastgelegd. Oftewel het wandelen brengt me wat ik nodig heb. En zo druk in gesprek met mijzelf heb ik etappe 14 Nunspeet-Vierhouten al snel afgelegd.
In Vierhouten gaat de route verder richting het "Verscholen Dorp". Omdat ik de wegwijzer tegen de zon in lees en omdat ik niet oplet, te druk met mijzelf in gesprek, zie ik staan dat het "Verscholen Dorp" nog 1,7 km is. Op de kaart zie ik dat ik niet de kortste route hier naar toe volg, maar als eerste rustplaats van vandaag lijkt me dit een goede locatie. Pas bij het bekijken van de foto's zie ik dat er 3,7 km staat. En dan snap ik ook dat ik die 1,7 km wel heel lang vond duren.....
In het bos merk ik dat er een derde oorzaak voor mijn onzekerheid over de te volgen route bij komt. De term "zijpaden negeren" is daar de reden van. Want hoeveel zijpaden zijn dat en welke kruising/viersprong is dan die ene waar ik rechts/links moet. Op de kaart staan niet alle zandpaden aangegeven, de GPS van mijn telefoon registreert alleen maar bos daar waar ik loop en mijn wandel-GPS geeft juist weer te veel paadjes en paden weer. Toch kom ik elke keer weer een markering tegen. Ondertussen heb ik de angst om te verdwalen losgelaten. Ik wandel en dat is waar het om gaat. Ik wandel, ik laat los en ik groei. En dat is wat ik wil bereiken. Het Westerborkpad is een middel, niet het doel. Net na een rondje om een heidevlakte kom ik tot de conclusie dat de kaart en de routebeschrijving niet overeenkomen. Volgens de één ra, volgens de ander la. Ik kies la en dat blijkt goed te zijn. Mijn vertrouwen in mijzelf blijkt gegrond. En dan bereik ik eindelijk het "Verscholen Dorp".
Ik bekijk rustig de bezienswaardigheden, luister mee met een gids die een rondleiding geeft, ga weer alleen verder en strijk uiteindelijk neer op een bankje. RUST!!!!
Tijd voor thee. Op de achtergrond hoor ik de gids praten, zonder hem te verstaan. Na al die uren alleen is dat prettig om te horen. Even later parkeren er twee auto's op de parkeerplaats. Deze twee auto's blijken de voorbode van een groep acht op kamp. Na een gesprekje met de juf, die vraagt of ik ook wacht op een groep, ga ik na het ledigen van mijn kopje thee verder.
Het eerste stuk na het "Verscholen Dorp" kom ik regelmatig een groepje tegen van deze groep acht. Een leuke groep, die vriendelijk gedag zegt en aan de kant gaat voor de eenzame wandelaar.
Ik word de Pas-Opweg opgestuurd en ik vraag mij af of deze naam te maken heeft met de gebeurtenissen in WOII, maar dat wordt me tijdens het wandelen niet duidelijk. Hier wordt dat wel duidelijk.
Omdat mijn hoop op een toilet bij het "Verscholen Dorp" tevergeefs bleek, zit er niets anders op dan een dikke boom te zoeken. Net als ik klaar ben met lozen, begint het te regenen. Omdat ik mijn rugzak nog niet op mijn rug heb gehesen, kan ik snel bij mijn regenjas. En dat is maar goed ook, want er volgt een heftige bui met zelfs enkele hagelstenen. Zo snel als de bui ontstond, is hij ook weer verdwenen en schijnt ook de zon weer. Het lukt mij om al lopend mijn regenjas weer uit te doen. Ondertussen schijnt de zon weer volop en ik geniet van de omgeving en de rust. En dan hoor ik achter mij geroezemoes. Het blijkt de groep acht van het "Verscholen Dorp" te zijn. Ik maak dan net een foto van een ANWB-paddenstoel en ik doe dus een stapje opzij om de groep te laten passeren. En dan blijkt het echt een leuke groep acht te zijn. Veel kinderen zeggen gedag of geven aan dat ze mij vandaag al eerder gezien hebben. Ook wensen ze mij een prettige wandeling, Dit geeft mij nieuwe energie. En zo bereik ik Nunspeet weer. Uren gewandeld en weer terug bij het startpunt. Ik vind dat ik nu wel een beloning heb verdiend en trakteer mezelf op een patatje met en een cola. Heerlijk!
Om het toilet te bezoeken moet ik een trap af en dat vinden mijn knieën niet leuk. Ze voelen stijf en protesteren flink als ze de trap af en weer op moeten. Maar de afstand naar 't Harde is 11,5 km en die afstand durf ik met protesterende knieën wel aan. En dan blijkt maar weer dat het goed is dat ik niet in de toekomst kan kijken.
In Nunspeet loopt de route door het centrum. Dit om het herdenkingsmonument in de route op te nemen. Daarna blijkt dat het Belvédèrebos zich nog veel verder uitstrekt, want net als gisteren kom ik in dit bos terecht. Het is nog net zo mooi als gisteren en ik ben blij dat de ondergrond redelijk verhard is. Mijn knieën, met name de linker, gaan steeds harder protesteren. Ik vermoed dat het een combinatie is van ploeteren door het zand en versleten schoenen (dus gebrek aan demping) waardoor overbelasting is ontstaan.
Aan die conclusie heb ik overigens helemaal niets in het bos tussen Nunspeet en 't Harde. Want hoe leg ik iemand uit waar ik mij bevind. Daarnaast wil ik helemaal niet uitleggen waar ik mij bevind, ik wil wandelen. Na anderhalf uur bos kom ik een bankje tegen. Ik zit hooguit tien minuten, maar ondanks de korte rust is het opstarten een ramp. Mijn linkerknie wil niet meer. Eenmaal in beweging, gaat het steeds beter, maar ik heb wel eens makkelijker en prettiger gewandeld.
En dus krijg ik even vreselijk medelijden met mezelf. Zeker als ik even later een zandvlakte moet oversteken. Had ik al gezegd dat ik geen fan ben van wandelen door het zand????? NOU DAT BEN IK DUS ECHT NIET!!!!!
En dan begint het ook nog eens te druppen. Gelukkig blijft het bij druppen en ondanks mijn misère besef ik dat ik mij in een fantastische omgeving bevind en dat de weersomstandigheden prachtige plaatjes opleveren. Met wolken in een staalgrijze tot een helderblauwe lucht.
Na het oversteken van de zandvlakte voel ik mijn knieën nog meer en ondanks het feit dat ik zo snel mogelijk naar mijn gastadres wil, besluit ik om toch nog even te gaan zitten. Om te voorkomen dat ik weer flinke opstartproblemen heb, blijf ik mijn benen heen en weer zwaaien terwijl ik op het bankje zit.
Ik gebruik deze rust ook om de route naar mijn gastadres te bepalen. Ook nu is het niet nodig om helemaal door te lopen naar het station.
Eenmaal weer op weg kan ik wel janken. Ondanks mijn gezwaai willen mijn knieën niet meer. En dus zijn verstand en gevoel in hevig conflict met elkaar. Want ik (gevoel) wil nog een aantal dagen wandelen, maar de knieën (verstand) geven duidelijk aan dat er een grens is bereikt. En dus loop ik worstelend met mijzelf door. Tegen de tijd dat ik mijn gastadres bereik heb ik besloten dat ik morgen op de trein naar huis stap. Tenminste als ik mijn verstand de overhand geef.
Maar als blijkt dat mijn onderkomen een eigen huisje is, waar ik kan komen en gaan wanneer ik wil. Waar ik de beschikking heb over een eigen stukje tuin en waar ik ben voorzien van alle hedendaagse luxe, besluit ik om sowieso de twee nachten die ik had gepland hier te blijven.
Volgens mijn gastvrouw is de kortste route naar Elburg, de etappe van morgen, maar drie km. Afhankelijk van hoe de knie voelt kan ik dus kiezen hoe lang ik er over doe om Elburg te bereiken. En ook terug zijn er vele wegen die naar
Na een welverdiende hete douche voel ik mij al een stuk beter. Omdat ik twee nachten in dit onderkomen blijf en omdat er morgen een korte etappe op de planning staat, was ik mijn kleding uitgebreid. Die kan morgen fris weer aan.
Ik geniet van het alleen zijn en besluit om voor morgen geen wekker te zetten. Door het royale onderkomen heb ik alle tijd aan mijzelf en door de locatie kan ik de etappe van morgen zo lang of zo kort maken als mijn knie toelaat. Eigenlijk ben ik gewoon een bofkont.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten