Maar Wandelmams en ik vertrokken dus samen. Toen we aankwamen bij de startlocatie vertrokken de eerste wandelaar, vermomd als eskimo voor hun 40 kilometer. Mutsen, sjaals, handschoenen, beenwarmers, oorwarmers, extra jassen, we alles zien passeren. Wij zelf deden zeker mee aan de eskimo-gedachte, want bliksem, wat was die wind akelig koud. Maar we werden gelukkig al snel het bos en vervolgens de bebouwing in gestuurd, zodat de wind weinig vat op ons kon krijgen.
Op deze manier was het wandelen prima te doen, maar helaas waren we iets te voorbarig, want na een kilomter of 2/3 kwamen we op een echt SWOS-pad. Blubber, oneffen enne blubber en oneffen... En dan mochten we nog blij zijn dat de grond bevroren was, want anders hadden we tot onze enkels in BLUB gestaan.
Na een krappe 5 kilometer was de eerste rust. Wij lieten onze kaart stempelen en besloten door te lopen naar de tweede rust, op zo'n 12 kilometer. Vorig jaar werden we aangenaam verrast door deze rust en we vonden 5 km ook wel iets te vroeg om te rusten.
En dus wandelden we verder door het Staatsbos rondom Staphorst. We kwamen veel bekende, maar gelukkig ook onbekende plekjes tegen. Ondertussen bleef het koud en dat bleek ook uit de omgeving, waar op diverse plaatsen nog ijs te vinden was.
Door de extreme kou was de rustpost bij Exped niet vergelijken met vorig jaar. Hoewel ook nu het vuurtje weer brandde, de vrijwilligers net zo enthousiast waren en de plek net zo mooi, was het grote verschil dat de wandelaars nu de beschutting opzochten en dus binnen gingen zitten. De gesprekken tussen wandelaars bleven wel hetzelfde. Hoeveel loop je? Ga je ook naar Nijmegen? Ik heb 50 gelopen in Nijmegen, terwijl ik 40 mocht!!! Ik doe al voor de 7e keer mee! Jij dan? Ik ga met mijn kleinkind de 30 lopen dit jaar! Hoeveel Kennedumarsen heb jij gelopen? Loop jij ook IML-tochten?
Heerlijke gesprekken, waarbij de ene wandelaar het plezier in wandelen wil delen en de ander vooral wil opscheppen over zijn prestaties. En dat maakt ons niks uit, wij wandelen voor ons plezier en gunnen ieder ander zijn plezier. Na 2 bakkies vertrokken we voor de rest van de tocht. Gelukkig ging het vervolg van de route weer door het bos. Dus weinig wind en een prachtige omgeving.
De route door het bos beschermde ons lange tijd, maar helaas werden we na enige tijd de vlakte opgestuurd. En hoe.... We konden voorover leunen tegen de wind. Zelf de ezels die we tegen kwamen verklaarden ons voor gek en toen we zagen dat de route van de 40 km het bos weer inging, overwogen we zelfs even om dan maar de 40 te gaan lopen. Dat deden we niet, maar even later vroegen we ons voor de tweede keer af waarom niet. De pijl stuurde ons een weiland in waar de wind vrij spel had. Volgens de routebeschrijving was de rust vlakbij, dus bikkelden we door en uiteindelijk kwamen we bij die welverdiende rust, op 20 km.
Deze rust was in een aardappelschuur en toen onze ogen waren gewend aan de omstandigheden daar, bestelden we soep en thee en genoten we van het feit dat de wind geen vat op ons had. Helaas was dat over zodra we de route vervolgden. We liepen op de open vlakte en er was werkelijk niets wat de wind ook maar enginszins kon tegenhouden. De wind blies dwars door mijn fleecemuts, dus deed ik de capuchon van mijn fleecetrui ook nog over mijn hoofd. Maar de wind blies dwars door die twee lagen fleece hen, dus zat er niets anders op dan ook de capuchon van mijn jack over mijn hoofd te trekken. Na het nodige gepruts met de diverse koordjes zat alles op zijn plek. Ik denk dat een eskimo er jaloers op zou zijn geweest.
Wandelmams had ongeveer dezelfde procedure gevolgd en door de harde wind en de vele lagen stof over onze oren konden we elkaar niet verstaan. Dus handgebarend kwamen we tot de conclusie dat we elkaar nu simpelweg niets konden en wilden vertellen. Gelukkig liepen we op zandweggetjes, waar het normale verkeer niet komt. We sprongen dan ook minimaal een meter in de lucht toen we ineens een toeter achter ons hoorden. Het bleek om de EHBO te gaan die de route volgde om onderkoelde en/of uitgeputte wandelaars van dienst te kunnen zijn. Wij bleken niet in die doelgroep te vallen en dus vervolgden wij onze weg.
Gelukkig volgde er na 5 km weer een rust. En hoewel normaal gesproken proberen om zo om de 10 km te rusten, was deze rust meer dan welkom. En wij bleken niet de enigen te zijn die daar zo over dachten. Alle wandelaars bleken deze rust me te pakken en ook de heren van de EHBO bleken wel toe te zijn aan een warm bakkie. En ik nam deze gelegenheid waar om te vertellen dat ik niet blij was met ze, omdat ze ons zo vreselijk hadden laten schrikken. Gelukkig namen de EHBO-heren deze medeling met de korrel zout die ik bedoelde. En zo genoten we gezamenlijk van de warmte en de consumptie. Nadat we opgewarmd waren, verlieten we deze rust en vertrokken we voor de laatste kilometers.
Gelukkig voerden deze kilometers ons door beschut terrein. En net toen we dachten dat we er bijna waren werden we toch weer een blokje om gestuurd. Maar we maakten onze kilomters vol en in lichtelijk bevroren toestand meldden we ons weer. We besloten om nog maar even een bakkie te nemen om op te warmen, voor we richting huis vertrokken. Zwaar verkleumd, maar trots op onszelf kwamen we thuis. De eerste 30-er zit erop, ondanks de barre weersomstandigheden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten