Naar Purper:


JE MOET ZEILEN OP DE WIND VAN VANDAAG. DE WIND VAN GISTEREN HELPT JE NIET VOORUIT, DE WIND VAN MORGEN BLIJFT MISSCHIEN WEL UIT! tekst en uitvoering: PURPER

Ik hou van motto's, hoewel ik niet iemand ben die ze zelf verzint. Liever zoek ik naar bestaande motto's die aansluiten bij mijn (manier van) leven. De tekst van Purper is al sinds jaren mijn handelsmerk, maar sinds ons bezoek aan de musical "Soldaat van Oranje" is daar een tweede motto aan toegevoegd: Morgen is Vandaag! Eigenlijk zeggen beide motto's hetzelfde. Geniet nu, leef nu, doe nu!!! En dat blijf ik proberen!!!!!

zaterdag 21 april 2018

4e tocht Winterkwartet TIGO, Giethoorn

Vandaag stond de 4e tocht van het Winterkwartet van TIGO op de planning. Deze keer werd het winterkwartet afgesloten in de lente, bij zomerse temperaturen. Net als bij de vorige tocht, in Darp, was de startlocatie op fietsafstand. En deze keer vertrokken we met zijn drieën. De voetbalwedstrijd van de Wandelkerel ging niet door, dus besloot hij om met ons mee te gaan wandelen. Niet heel onverstandig van hem, want hij heeft nog niet zoveel kilometers gemaakt en de N4D komt snel dichterbij.

En na een kleine 10 km fietsen bereikten we de startlocatie. We schreven in en konden toen direct op pad, strak gepland dus. Jassen en truien gingen nog even snel in de fietstas, die hadden we niet nodig, het was al warm zat.



De eerste kilometers liepen we terug over de route die we gefietst hadden. Dat was geen probleem, want het was een prachtige route. Het water was spiegelglad en dat leverde mooie plaatjes op. We slingerden naar Wanneperveen en aan het einde van dit dorp moesten we wachten omdat de brug omhoog ging. Na dit oponthoud ging het voor ons richting Belt-Schutsloot, vandaag stond er 40 km op de planning, de 25 km ging rechtsreeks naar Sint-Jansklooster, maar daar waren wij dus nog lang niet. Na een stuk langs de doorgaande weg, sloegen we ook daadwerkelijk af richting Belt-Schutsloot. We doorkruisten het langgerekte dorp en uiteindelijk besloten we om op een terrasje neer te strijken. We hadden er zo'n 10 km opzitten en dat vonden we een goed moment voor een bakkie.

















Na deze rust besloot de Wandelkerel om op eigen houtje tempo door te lopen. Dat hadden we al verwacht, daarom hadden we hem ook apart ingeschreven, zijn tempo ligt nu eenmaal hoger dan dat van ons. We zagen hem langzaam maar zeker in de verte verdwijnen.



Mams en ik wandelden in ons eigen tempo door. We gingen met een ruime bocht richting Sint-Jansklooster en zagen de voormalige watertoren steeds dichterbij komen. Maar voor we echt bij de toren waren, bekeken we eerst een mini-huisje. Het bleek ter bezinning te zijn. Bezinning vinden we wel tijdens het wandelen, dus na een korte inspectie liepen we door. Tot er iets in mijn vloog dat ik er met geen mogelijkheid uit kreeg. De tranen stroomden over mijn wang en uiteindelijk had ik de hulp van Mams nodig om het insect te verwijderen. Met een geïrriteerd en rood oog vervolgde ik mijn weg. Gelukkig trok het geïrriteerde gevoel snel weg, zodat ik even later weer volop foto's kon maken.

De eerste officiële rust was op 17 km in Sint-Jansklooster. De Wandelkerel liet ons weten dat er heerlijke soep was en gaf de keuzemogelijkheden alvast aan ons door. Toen we de rust bereikten zat de Wandelkerel al aan de soep. We gingen bij hem zitten en toen de bediening ons kwam, konden we direct aangeven dat we allebei mosterdsoep wilden. We kregen de soep met een warm broodje en huisgemaakte kruidenboter. Heerlijk!! Nadat de Kerel zich had ingesmeerd, ging hij weer verder, terwijl wij nog even genoten van onze soep.












Vanuit Sint-Jansklooster ging het richting Dwarsgracht. Daar zou ook de volgend rust zijn op 27 km. Een mooi stukkie te gaan dus. Eerst ging het richting Blokzijl en omdat we daar de laatste tijd al wel vaker hadden gelopen, maakten we op dit stuk helemaal geen foto's. Daarnaast reden er veel grote trekkers op de weg, dus we moesten ook gewoon goed opletten, want die dingen dwingen wel respect af. Pas toen we het pad richting het pontje bij Jonen opliepen was het trekkergevaar geweken. We moesten even wachten op het pontje en toen werden we, tegelijk met een horde fietsers, naar de overkant gebracht.

Mams en ik gingen als eerste van het pontje af, maar omdat we wisten dat er nog een horde fietsers aankwam, gingen we keurig aan de kant lopen. Helaas voor Mams liep zij iets te veel aan de kant. Zij stond half op het randje van het asfalt en boem, daar lag ze. Ze zei een heel lelijk woord, een woord dat ze mij nooit geleerd heeft!! Een aantal fietsers stopte direct om te helpen, maar gelukkig kon mams zelf weer opstaan. Ze was alleen niet helemaal ongeschonden uit de strijd gekomen. Ze had een snee in haar hand en een geschaafde knie.

We wisten het bloeden te stelpen en omdat de rust niet zo ver weg was, liepen we maar door daarheen. Bij de rust troffen we de EHBO en zij maakten de schaafwond en de snee op haar hand schoon en toen besloten we om maar even te gaan zitten. Tijd voor een bakkie thee.












Vanaf hier hadden we nog 13 km te gaan. We wisten dat we behoorlijk zouden moeten doorlopen om binnen de tijd weer terug te zijn, maar met nog iets meer dan twee-en-half uur op de klok, moest dat geen probleem gaan opleveren. Vanaf Dwarsgracht ging de route weer door het rietland om uit te komen aan de Thijssengracht. En het voordeel van zo dicht bij huis wandelen is dat je weet waar je heen moet als er een pijl verdwenen is. Op een driesprong ontbrak een pijl, maar door de genoemde wegen, wisten we de daarop volgende pijl weer te vinden en onze route te vervolgen. Gelukkig maar, want deze slinger ging door Giethoorn-Noord een prachtig stukje Giethoorn, dat we anders gemist zouden hebben.

Vanaf Giethoorn-Noord werden we met een omweg naar het toeristische deel van Giethoorn gestuurd. En hier was het nog steeds erg druk. We slalomden om de toeristen heen en waren blij toen we het drukste deel weer achter ons konden laten, na 40 km is slalommen niet zo fijn. Met een kwartier over bereikten we de finish. En daar trakteerden we onszelf op een ijskoude versnapering. De Wandelkerel was ondertussen alweer thuis, hij had ruim een uur voorsprong op ons opgebouwd. Maar het belangrijkste was dat hij lekker gelopen had.













Wat was ik blij dat ik mijn slippers in mijn tas had gedaan. De schoenen uit, de slippers aan. Ik ontdekte nog een klein blaartje onder een teen, maar dat mocht de pret niet drukken, de eerste 40-er van het jaar zit in de pocket. En om de spiertjes weer los te krijgen, fietsten we op ons gemak weer naar huis.



Geen opmerkingen: