We schreven ons in, bezochten het toilet en even na negen uur vertrokken we voor een tocht van 20 km. Al snel verlieten we de geijkte paden en vervolgden we onze weg over een graspad. Het zonnetje scheen en we waren nog niet moe, dus dat gras was geen enkel probleem. Nou het gras inderdaad niet, maar de schoenen van de Wandelkerel wel. Hij had namelijk de verkeerde aangetrokken. Dat paar waar hij blaren van op zijn hielen krijgt. En snel ook. En zo stonden we na een paar kilometer al stil, zodat ik een reep tape over de hielen kon plakken. Zucht, hij heeft duidelijk te lang niet gewandeld......
En na enig oponthoud konden we weer verder. We slingerden nog een poos over het graspad, mochten weer een een stuk asfalt over, waarna een zandpad volgde. Genoeg afwisseling dus. En gelukkig nog koeien in de wei, die zich vergaapten aan al die rare mensen die voorbij kwamen op deze rustige zondagmorgen.
Het werd warm en dus wilden we de shirts met lange mouwen uit. Gelukkig was de eerste rust in zicht en daar was ook een toilet volgens de routebeschrijving. En daar was ik alweer hard aan toe. Het bleek om een race-plee te gaan. Het bezoeken was een avontuur, want het wiebelde flink, maar het luchtte wel op.
Na de rust werden we de hei opgestuurd, waar de loslopende runderen voor ons uit liepen. Na een prachtige oversteek over de hei, ging het verder door het bos. En daar werd het echt duidelijk dat de herfst is begonnen. Heel veel paddenstoelen, prachtig om te zien. En zelfs die van Kabouter Spillebeen kwamen tegen. We schoten niet op, want we wilden al die paddestoelen vastleggen, maar we genoten volop.
We naderden het voormalige kamp Westerbork en dat was ook te zien aan de omgeving. In een enorme kei stond het gedicht "De achttien dooden" van Jan Campert gebeiteld. In de kei staat alleen de eerste strofe. Het volledige gedicht en achtergrondinformatie vind je hier.
Rustig en toch wel onder de indruk liepen we verder. Maar niet lang. We kregen de tweede rust in het vizier. De Wandelkerel wist zijn oma een stuk appeltaart te ontfutselen, die hij met smaak opat. We bleven niet al te lang zitten, want er werd voor de middag regen voorspeld en we hoopten voor de regen binnen te zijn. Na de rust, bezochten we maar weer eens een toilet en daarna volgde een rondje over de hei, waar we gewaarschuwd werden voor de stier. Die zagen we even later wel, maar hij bleef bij zijn kudde en dus liepen we zonder problemen door. Na de hei weer door het bos, waar Wandelmams op de laatste meters struikelde over een boomwortel. Gelukkig liep ze geen verdere schade op dan een enigszins gedeukt ego en konden we snel verder.
Na het verlaten van het bos volgden nog een paar kilometer asfalt. Omdat we het langzaamaan een beetje zat waren, vonden we dat niet erg. En ik al helemaal niet. Mijn knie begon te protesteren, het wordt weer tijd voor een onderhoudsbeurt. Omdat mijn kraakbeen ruw is, krijg ik eens in de zoveel tijd een injectie met hyaluronzuur. De laatste tijd kraakte het al wel weer wat vaker in de knie en nu werd duidelijk dat het tijd is voor een smeerbeurt.
Helaas hielden we het niet droog. Het laatste kwartier liepen we in de regen. Maar gelukkig wachtte ons in het dorpshuis een heerlijke kop snert. En toen we weer richting auto liepen was het weer even droog. Blij dat we weer eens gewandeld hadden en blij dat we het erop hadden zitten vertrokken we weer naar huis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten